In deze civiele zaak, uitgesproken door de Rechtbank Den Haag op 29 juni 2022, staat de non-conformiteit van een onroerend goed centraal. Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. V. Kortenbach, heeft een hoekherenhuis gekocht van gedaagden, vertegenwoordigd door mr. R. de Mooij. De koopovereenkomst, gesloten op 16 september 2017, betrof een pand dat bij de verkoop als kantoorpand met twee bovenliggende appartementen werd gepresenteerd. Echter, na de aankoop bleek dat de tweede en derde verdieping zonder de vereiste omgevingsvergunning waren verbouwd tot zelfstandige appartementen. Dit leidde tot een geschil over de gevolgen van het ontbreken van deze vergunning en de aansprakelijkheid van de verkopers.
Eiser vorderde een wijziging van de koopovereenkomst op grond van dwaling, omdat hij niet op de hoogte was van het ontbreken van de vergunning. De rechtbank oordeelde dat de verkopers, [gedaagde sub 1 c.s.], aansprakelijk waren voor de schade die eiser had geleden door het ontbreken van de vergunning. De rechtbank stelde vast dat de verkopers op de hoogte hadden moeten zijn van de juridische beperkingen en dit niet aan eiser hadden medegedeeld. De rechtbank wees de primaire vordering van eiser af, maar kende wel herstelkosten toe voor de vergunningaanvraag. De rechtbank concludeerde dat de verkopers aansprakelijk waren voor de schade die eiser had geleden als gevolg van het gebrek aan de omgevingsvergunning, en veroordeelde hen tot betaling van de herstelkosten en proceskosten aan eiser.