ECLI:NL:RBDHA:2022:6531
Rechtbank Den Haag
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake Wajong-uitkering en arbeidsvermogen van jonggehandicapte eiser
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 8 juli 2022, wordt de aanvraag van eiser om een Wajong-uitkering behandeld. Eiser, geboren op 8 oktober 2001, heeft een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong), die door verweerder, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), is afgewezen. Verweerder stelt dat eiser arbeidsvermogen heeft, mits hij voldoende intensieve begeleiding krijgt. De rechtbank oordeelt echter dat het standpunt van verweerder onvoldoende gemotiveerd is. Er is onvoldoende onderzoek gedaan naar de mate van begeleiding die nodig is voor de door verweerder geselecteerde taken, zoals het beleggen van broodjes en het waxen van auto’s. De rechtbank wijst op de noodzaak van intensieve begeleiding en de ernst van de psychische stoornissen en licht verstandelijke beperking van eiser. De rechtbank geeft verweerder de gelegenheid om de motiveringsgebreken te herstellen en specifieker te onderbouwen waarom eiser in staat zou zijn om een uur aaneengesloten te werken en vier uur per dag belastbaar te zijn. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.