ECLI:NL:RBDHA:2022:6609
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit tot plaatsing in Handhaving en Toezichtlocatie (HTL) en vrijheidsbeperkende maatregel voor asielzoeker
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een Nigeriaanse asielzoeker en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De asielzoeker, eiser, was per 6 april 2022 op grond van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 (Rva 2005) geplaatst in een Handhaving en Toezichtlocatie (HTL) te Hoogeveen. Tevens was hem een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd op basis van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000). Eiser heeft tegen beide besluiten beroep ingesteld, waarbij hij aanvoerde dat zijn gedrag niet zodanig was dat plaatsing in de HTL gerechtvaardigd was en dat er onvoldoende rekening was gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder trauma's uit het verleden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er op 30 maart 2022 een incident heeft plaatsgevonden waarbij eiser geweld heeft gebruikt. Dit incident was de aanleiding voor de plaatsing in de HTL. De rechtbank oordeelde dat de besluiten van verweerders voldoende gemotiveerd waren en dat er geen strijd was met de goede procesorde, ondanks dat het verweerschrift van verweerder 1 pas één dag voor de zitting was ingediend. De rechtbank heeft het verzoek van eiser tot aanhouding afgewezen, omdat hij zijn stellingen niet voldoende had onderbouwd.
Uiteindelijk heeft de rechtbank beide beroepen ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat de maatregelen van verweerder 1 en 2 gerechtvaardigd waren en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot hoger beroep tegen het bestreden besluit 1.