Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Sanctuary Kliniek B.V.,
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling
Het gaat niet goed met mij, [naam] maakt vaak ruzie met mij, mijn vrouw maakt psychisch oorolog tegen mij, Mijn familie in Irak wil dat ik moet terug en maken zorgen op mij, ze bellen mij elke dag. Nu ben ik totaal leeg en so.er en lukt mij niet om te slapen. Mijn vraag als ik weg voor 2 weken op vakantie, eventueel stop ik met werken in de komende manden en terug gaan naar Irak. Er is een mogelijkheid om te werken minder uren bij jullie via online vanaf Irak sinde een maand ben ik psychisch niet in orde maar met werk kon iets beter en ikbiets vergeten nu is voor mij te zwaar geworden en sinds 3 dagen erg verdritid eenzaam en alleen aan het huilen. Op 10 februari 2021 heeft [verweerder] aan SK geschreven:
Beste [voornaam] het gaat niet zo goed met mij. Ik wil graag 2 weken op vakantie, Van 01 maart t/m 12 maart. Op 11 februari 2021 stuurt SK hem een e-mailbericht met het voorstel om het dienstverband te beëindigen. Op dezelfde datum heeft [verweerder] haar per WhatsApp terug geschreven:
Ik wil tegenwoordig alleen 2 weken rust hebben, Ik denk dat ik moet nog beslissen over hier blijven of niet jij weet dat ik kinderen hier heb en zo snel beslissen is gevaarlijk voor voor mij en kinderen, Ik wil na de vakantie door gaan met mijn werken. (…)Eind februari 2021 is [verweerder] met toestemming van SK voor twee weken afgereisd naar zijn geboorteland, Irak. De terugreis was gepland voor 14 maart 2021. Voor zijn terugreis moest hij een negatieve PCR-test overleggen van niet ouder dan 24 uur. Aangezien hij positief is getest, kon hij op 14 maart 2021 niet terugreizen. Hij heeft zich om die reden bij SK ziek gemeld. Twee weken later heeft hij met het oog op zijn terugreis naar Nederland opnieuw een PCR-test laten doen, welke opnieuw positief is uitgevallen. Over de klachten die hij ondervond, heeft hij gedurende die periode met SK per WhatsApp gecommuniceerd. In deze periode heeft [verweerder] vanuit Irak voor SK gewerkt. Hij heeft in verband met zijn klachten in Irak een of meer consulten gehad bij een psychiater. Op 7 april 2021 heeft [verweerder] contact gehad met de Arboverpleegkundige. In zijn rapportage van die datum is vermeld:
Betrokkene is op dit moment niet geschikt om eigen of aangepaste werkzaamheden uit te voeren. (…) Betrokkene is energetisch beperkt en beperkt in zijn persoonlijk en sociaal Functioneren. (…)SK kon zich met dit oordeel niet verenigen en heeft het UWV om een deskundigenoordeel verzocht, hetgeen het UWV niet heeft kunnen geven. Op 12 april 2021 heeft SK onder meer het volgende geschreven aan [verweerder] :
(…) dat we besloten hebben om een deskundigenadvies aan te vragen (…). Daarnaast twijfelen wij over uw motivatie, gezien uw wens en uitspraken voordat u wegging, om niet terug te willen keren naar Nederland. Dit heeft tot gevolg dat u per direct geen salaris zult ontvangen (…). Verder hebben we uw toegang tot Epos Zilos tijdelijk geblokkeerd totdat we weten wat er aan de hand is en of u in staat bent om verantwoorde patiëntenzorg te kunnen leveren. Bovendien heeft uw supervisor aangegeven dat ze geen verantwoordelijkheid meer kan dragen over uw werkzaamheden, omdat ze denkt dat uw oneerlijke houding niet kan verenigen met een beëdigd arts. Tenslotte vragen we u om de spullen die u voor uw privé praktijk gebruik (…) uiterlijk op 25 april 2021, te verwijderen, zodat we de kamer beschikbaar kunnen stellen aan de vervangende arts-collega. Mocht dit niet tijdig gebeuren, zullen we een verhuisbedrijf regelen om het namens u te doen. De kosten hiervoor zullen op u verhaald worden, inclusief eventuele opslagkosten. Op 15 juni 2021 heeft [verweerder] telefonisch contact gehad met de bedrijfsarts. In zijn rapportage is onder meer vermeld:
Meneer geeft aan klachten te ervaren en beperkingen te ondervinden van medische aard. (…) Op basis van dit “consult” en de voor mij voorhanden informatie kan ik geen adequate probleemanalyse opstellen met als doel de re-integratie op dit moment vorm te geven. In juli 2021 is [verweerder] negatief getest en teruggereisd naar Nederland. Op 19 juli 2021 heeft de Arbodienst het volgende geschreven:
Betrokkene belt (…). Hij geeft aan momenteel weer in Nederland te zijn (…). Betrokkene wil een afspraak maken met de bedrijfsarts (…). Op 20-08 staat een afspraak ingepland. (…)Op 20 augustus 2021 heeft opnieuw een consult plaatsgevonden bij de bedrijfsarts. In zijn rapportage vermeldt de bedrijfsarts onder meer:
Betrokkene ervaart klachten en betrokkene heeft hiervoor hulp gezocht. Klachten hebben betrekking op persoonlijk en sociaal functioneren. Betrokkene ervaart veel spanningen in de werkrelatie met zijn werkgever. (…) (…) Inzake deze verstoorde werkverhouding adviseer ik om de werkwijze arbeidsconflicten te volgen. Dit betekent om in gesprek met elkaar te gaan, hierbij aanwezig een onafhankelijke gespreksleider. (…) Betrokkene heeft mij voorzien van medische informatie. Het is voor mij niet mogelijk om deze informatie adequaat te interpreteren. Om de situatie goed te kunnen begeleiden is het voor mij van belang om te weten waar de ervaren beperkingen vandaag komen. In dat kader is mijn advies om een diagnostische expertise in te zetten. (…) Zodra de uitkomsten van het expertise onderzoek bekend zijn, kan er gericht worden geadviseerd met betrekking tot de re-integratie. Op 3 september 2021 heeft [verweerder] SK onder meer het volgende geschreven:
Zoals na jullie brief van April 12-04-2021 ook na deze gesprek van 02-09-2021 ben ik achteruit gegaan, ik weet niet meer wat ik wil, ik zie geen vooruitzich. Heel mijn leven op zijn kop mentaal en fysiek. Er komt meer druk, angst en depressieve klachten bij omdat ik er ook financieel onder lijd. Bij e-mailbericht d.d. 6 september 2021 heeft SK [verweerder] gevraagd op welke voorwaarden hij zijn arbeidsovereenkomst wil beëindigen. Op 7 september 2020 heeft [verweerder] haar laten weten:
Ik ben nog steeds ziek en ik kan jullie voorstel niet accepteren. Vervolgens hebben de gemachtigden van partijen over deze kwestie gecorrespondeerd, zonder dat dit tot een oplossing heeft geleid. Begin 2022 heeft [verweerder] in kort geding tegen SK een loonvordering aanhangig gemaakt. Bij vonnis d.d. 3 februari 2022 is deze vordering toegewezen, waarna SK tot loonbetaling is overgegaan.