ECLI:NL:RBDHA:2022:6986
Rechtbank Den Haag
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen onbevoegdheid van de rechtbank in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak hebben opposanten verzet ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag van 15 juli 2021, waarin de rechtbank zich onbevoegd verklaarde om te oordelen over een verzoek van de Stichting Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond. De opposanten stelden dat de stichting wel degelijk een bestuursorgaan is en dat de rechtbank Rotterdam hen had doorverwezen naar de rechtbank Den Haag, wat zou impliceren dat de bestuursrechter bevoegd zou zijn. De rechtbank Den Haag heeft echter vastgesteld dat de rechtbank Rotterdam geen oordeel heeft gegeven over de bevoegdheid en dat de zaak enkel was doorgestuurd. De rechtbank heeft in haar beoordeling geconcludeerd dat het verzet te laat is ingediend, aangezien de termijn voor het indienen van verzet is verstreken. De opposanten hebben geprobeerd de termijnoverschrijding toe te lichten, maar de rechtbank heeft geen redenen gevonden om tot een andere conclusie te komen. De rechtbank heeft daarom het verzet niet-ontvankelijk verklaard, waardoor de eerdere uitspraak van 15 juli 2021 in stand blijft.