ECLI:NL:RBDHA:2022:6989

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 juli 2022
Publicatiedatum
14 juli 2022
Zaaknummer
C/09/620737 / HA ZA 21-996
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtinbreuk en onrechtmatig handelen door Nordal en Wants & Needs met betrekking tot het Extinct Animals-dessin van Moooi

In deze zaak heeft Moooi B.V. een rechtszaak aangespannen tegen Nordal A/S en Wants & Needs B.V. wegens auteursrechtinbreuk op het Extinct Animals-dessin, dat door Moooi is ontworpen in samenwerking met het ontwerpduo Rive Roshan. De rechtbank heeft vastgesteld dat Moooi auteursrechthebbende is en dat Nordal en Wants & Needs inbreuk hebben gemaakt door het hoofdbord met de inbreukmakende print op hun websites aan te bieden en te tonen. De rechtbank heeft de bevoegdheid om kennis te nemen van de vordering tegen Wants & Needs, die in Nederland is gevestigd, maar heeft zich onbevoegd verklaard voor de vordering tegen Nordal, die in Denemarken is gevestigd, voor zover deze een grensoverschrijdend karakter heeft. De rechtbank heeft Nordal en Wants & Needs verboden om inbreuk te maken op de auteursrechten van Moooi en hen veroordeeld tot het verstrekken van informatie over de inbreukmakende producten. Daarnaast zijn zij hoofdelijk veroordeeld tot schadevergoeding aan Moooi, die nader moet worden vastgesteld in een schadestaatprocedure. De rechtbank heeft ook de proceskosten aan de zijde van Moooi toegewezen, waarbij de kosten zijn begroot op € 10.234,28.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/620737 / HA ZA 21-996
Vonnis van 13 juli 2022
in de zaak van
MOOOI B.V.,
te Breda,
eiseres,
advocaten: mrs. R. Chalmers Hoynck van Papendrecht en J.I. Dane te Rotterdam,
tegen

1.de vennootschap en/of rechtspersoon naar vreemd recht NORDAL A/S,te Horsens (Denemarken) en

2.
WANTS & NEEDS B.V.,
te Gemert,
gedaagden,
advocaat: mr. K.Th.M. Stöpetie te Amsterdam.
Eiseres zal hierna worden aangeduid als Moooi en gedaagden afzonderlijk als Nordal en Wants & Needs.
De zaak is voor partijen behandeld door de advocaten voornoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de op 19 en 21 oktober 2021 betekende dagvaardingen, met producties EP1 tot en met EP17;
- de brief van Moooi van 11 februari 2022 (over productie EP16);
- de conclusie van antwoord van 23 februari 2022, met producties GP1 tot en met GP3;
- het tussenvonnis van 30 maart 2022 waarbij ambtshalve een mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte uitlatingen tevens houdende aanvullende producties EP18 tot en met EP24 van Moooi;
- de antwoordakte van Nordal en Wants & Needs;
- het met toestemming van partijen buiten hun aanwezigheid opgemaakte proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 13 mei 2022.
1.2.
Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om de rechtbank te wijzen op eventuele feitelijke onjuistheden in genoemd proces-verbaal. Moooi heeft de rechtbank bij brief van 31 mei 2022 opmerkingen ten aanzien van de inhoud van het proces-verbaal doen toekomen. Bij e-mailbericht van 2 juni 2022 hebben Nordal en Wants & Needs de rechtbank meegedeeld dat het proces-verbaal volgens hen geen feitelijke onjuistheden bevat en hebben zij verzocht de brief van Moooi van 31 mei 2022 aan Moooi te retourneren, althans deze niet aan het procesdossier toe te voegen omdat de inhoud daarvan het bestek van hetgeen de rechtbank aan partijen heeft toegestaan, te buiten gaat. De rechtbank heeft hierna bij
e-mailbericht van 3 juni 2022 aan partijen meegedeeld dat de brief van Moooi van 31 mei 2022 en het e-mailbericht van Nordal en Wants & Needs van 2 juni 2022 aan het procesdossier worden toegevoegd en dat op het bezwaar van Nordal en Wants & Needs tegen de inhoud van de brief van Moooi van 31 mei 2022, in het nog te wijzen vonnis zal worden ingegaan.
1.3.
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Moooi ontwerpt – onder meer – (klein)meubilair, interieurartikelen, designproducten en wanddecoratie. Moooi produceert en verhandelt de door haar ontwerpers ontworpen producten zelf. Hetzelfde doet zij met ontwerpen van niet aan haar onderneming verbonden ontwerpers. Voor dat doel geven die ontwerpers de exploitatie van de betreffende producten aan Moooi in licentie.
2.2.
Samen met ontwerpduo Rive Roshan heeft één van de oprichters van Moooi een dessin ontworpen dat de naam ‘Extinct Animals-dessin’ heeft gekregen. Moooi’s Museum of Extinct Animals, een tentoonstelling met een collectie die bestaat uit de figuren van tien fantasievolle, uitgestorven, diersoorten, vormde de inspiratie voor het ontwerp van dit dessin. Het dessin wordt gebruikt voor de bekleding van meubelen en accessoires en wordt aangebracht op decoratieve producten zoals behang en tapijten. Het dessin kan in een oneindig patroon worden herhaald.
2.3.
Het Extinct Animals-dessin ziet er als volgt uit:
2.4.
Ontwerpduo Rive Roshan heeft Moooi het exclusieve recht verleend om het dessin, wereldwijd, te gebruiken/te exploiteren. Daarbij is aan Moooi tevens het recht verleend om, (mede) in eigen naam, (juridische) actie te ondernemen tegen derden die inbreuk maken op het auteursrecht (van het ontwerpduo) op (een deel van) het dessin.
2.5.
Nordal legt zich toe op het ontwerpen en produceren van interieurartikelen. Zij koopt haar producten voornamelijk in Azië in en importeert ze van daaruit in de Europese Unie. Nordal verkoopt haar artikelen via een dealernetwerk aan consumenten. De dealers van Nordal zijn gevestigd in 44 landen wereldwijd, waaronder in Nederland. Nordal presenteert haar collectie op haar website www.nordal.eu en in showrooms. Eén van die showrooms is gelegen in Nieuwegein (Nederland).
2.6.
Op de website van Nordal kan gekozen worden uit de talen Deens, Engels, Duits, Fins, Frans en Russisch. De website vermeldt – onder meer – wie de dealers van Nordal zijn en waar Nordal-showrooms zijn gevestigd. Ook wordt vermeld dat in die showrooms ‘a complete NORDAL collection’ aanwezig is.
2.7.
In de productcatalogus van de herfst/wintercollectie van Nordal van 2021, welke catalogus op haar website was te raadplegen, werden op de pagina getiteld ‘Nordal contacts’ de namen van contactpersonen vermeld die voor – onder meer – Nederland aanspreekpunt waren voor
salesen
support.
2.8.
De productfoto’s die de dealers van Nordal op hun websites plaatsen, worden door Nordal aan hen ter beschikking gesteld.
2.9.
Wants & Needs houdt zich – onder meer – bezig met de verkoop van meubels en woonaccessoires. Wants & Needs is één van de dealers van Nordal in Nederland. Wants & Needs verkoopt haar producten, waaronder producten uit de collectie van Nordal, voornamelijk via haar website www.wantsandneeds.nl. Ook Wants & Needs heeft een showroom. Deze is gelegen in Gemert (Nederland).
2.10.
Op de website van Nordal stond in ieder geval op 30 juli 2021 – onder meer – het volgende afgebeeld:
2.11.
De website van Wants & Needs bevatte in ieder geval op 30 juli 2021– onder
meer – de volgende afbeelding:
Op de rechterzijde van de betreffende afbeelding wordt achter het derde ‘vinkje’ vermeld: ‘Grote voorraad met snelle levering door heel Europa’.
Het in 2.10 en 2.11 afgebeelde product zal hierna ook worden aangeduid als ‘het hoofdbord’.
2.12.
Op zowel de website van Nordal als die van Wants & Needs werden destijds ook afbeeldingen getoond van het hoofdbord zonder dat daar een aanbod tot verkoop aan was verbonden [1] .
2.13.
Op de websites van verschillende (andere) dealers van Nordal werd het hoofdbord ook te koop aangeboden:
- op in ieder geval 11 augustus 2021 en 19 augustus 2021 op de website www.takkliving.dk;
- op in ieder geval 16 augustus 2021 en 19 augustus 2021 op de website www.unoliving.com;
- op in ieder geval 11 augustus 2021 en 19 augustus 2021 op de website www.zairacollection.gr;
- op in ieder geval 14 september 2021 op de website www.bodeco.ru;
- op in ieder geval 13 september 2021 op de website www.shophome.se;
- op in ieder geval 10 september 2021 op de website www.soffadirekt.se.
2.14.
Op de website van Wants & Needs, onder het tabblad ‘Verzenden’, wordt, voor zover hier van belang, ook het volgende vermeld:
2.15.
Bij brief van 30 juli 2021 heeft de advocaat van Moooi Nordal er op gewezen dat de print op het hoofdbord kwalificeert als een ongeoorloofde verveelvoudiging van het Extinct Animals-dessin, althans als een slaafse nabootsing van dat dessin. Nordal is gesommeerd om schriftelijk te bevestigen dat de inbreuk op het auteursrecht op het dessin blijvend wordt gestaakt, dat gegevens zullen worden verstrekt over genoten winst, herkomst en distributiekanalen in relatie tot de inbreukmakende producten [2] , dat een
recallwordt georganiseerd opdat Moooi tot vernietiging van de inbreukmakende producten kan overgaan, alles op straffe van verbeurte van een boete, en dat Nordal zal overgaan tot vergoeding van geleden schade en de door Moooi gemaakte (juridische) kosten.
2.16.
Een brief met een vrijwel gelijkluidende inhoud heeft de advocaat van Moooi op 30 juli 2021 ook aan Wants & Needs doen toekomen.
2.17.
In reactie op de brief van de advocaat van Moooi van 30 juli 2021 heeft de Deense advocaat van Nordal laten weten dat het hoofdbord nog maar net was gepresenteerd als onderdeel van de herfst-/wintercollectie van 2021 van Nordal, dat er nog geen enkel exemplaar is verkocht en dat de productie nog niet in gang is gezet. Verder is aan de advocaat van Moooi meegedeeld dat het hoofdbord uit het productaanbod van Nordal is verwijderd en dat alle bij de producent uitgezette orders zijn gecanceld en marketing en verkoop van het product (dus) is gestaakt. Hierna heeft de Deense advocaat van Nordal nog aan Moooi meegedeeld dat Nordal één exemplaar van het hoofdbord van de fabrikant heeft ontvangen, welke is gebruikt voor de foto’s in de productcatalogus, en dat dit exemplaar inmiddels is vernietigd. Dit bericht is gevolgd door een bericht van de Deense advocaat van Nordal waarbij een op 25 november 2020 [3] gedateerde en van contactgegevens voorziene verklaring is gevoegd van de in India gevestigde onderneming True Home Décor PVT. LTD., ondertekend door de directeur, welke verklaring, voor zover hier van belang, als volgt luidt:
‘This is to certify that we True Home Décor Pvt Ltd Accepted Cancellation of the order on 31 July 2021 against item no of 4177 of the jungle print head bord.
Since we have only made 1 Jungle print Headboard sample, nothing was in productions so we accepted the cancellation of the Jungle print Head bord order.’
2.18.
Tussen de advocaat van Moooi en de Deense advocaat van Nordal is ook nog gecorrespondeerd over hetgeen Moooi naar verluidt (nog immer) aantrof op de websites van enkele dealers van Nordal en de acties die Nordal volgens Moooi richting die dealers zou moeten ondernemen.
2.19.
Geruime tijd ná de betekening van de dagvaarding aan Nordal, heeft Nordal een aantal afbeeldingen van het hoofdbord [4] uit de op de website van Nordal te raadplegen catalogus van de herfst-/wintercollectie van 2021 verwijderd.
2.20.
Wants & Needs heeft bij e-mailbericht van 2 augustus 2021 aan de advocaat van Moooi laten weten het hoofdbord inmiddels van haar website te hebben verwijderd, het product niet in voorraad te hebben en geen enkel product te hebben verkocht. Bij
e-mailbericht van 11 augustus 2021 heeft Wants & Needs aan de advocaat van Moooi meegedeeld dat het product enkele dagen op haar website heeft gestaan.
2.21.
Bij e-mailbericht van 15 februari 2022 heeft de advocaat van Nordal en Wants & Needs het volgende aan de advocaat van Moooi laten weten:

(…) bevestig ik u namens Nordal en Wants & Needs andermaal als volgt:
1. Nordal en Wants & Needs verplichten zich elk afzonderlijk zich blijvend te zullen onthouden van het maken van inbreuk op auteursrechten van Moooi in de Infringing Print, als gedefinieerd in de sommatie van 30 juli 2021, en derhalve géén producten te zullen verhandelen waarop de Infringing Print is aangebracht anders dan met toestemming van of namens Moooi.
2. Nordal en Wants & Needs bevestigen dat zij geen enkel exemplaar van het op bovengenoemde rechten inbreuk makende BIJA hoofdbord te hebben ingekocht of verkocht – noch voor, noch na de sommatie van 30 juli 2021 – en dat Nordal de desbetreffende inkooporder na ontvangst van die sommatie direct heeft geannuleerd.
3. Nordal heeft al haar wederverkopers na de sommatie van 30 juli 2021 geïnformeerd dat bovenbedoeld product niet leverbaar is en dat het gebruik van afbeeldingen in promotiemateriaal beëindigd moet worden. Voor zover Nordal heeft kunnen vaststellen hebben haar wederverkopers dat gebruik beëindigd. Mocht Moooi constateren dat die afbeeldingen door één van hen nog gebruikt zou worden, dan verplicht Nordal om de desbetreffende wederverkoper andermaal daarop aan te spreken en deze te wijzen op het onrechtmatige karakter ervan en de gevolgen die dat voor de betrokken wederverkoper kan hebben.
2.22.
Op 13 april 2022 waren op de websites van enkele dealers van Nordal, te weten op de websites van Wants & Needs, de websites www.deens.nl, www.mdliving.nl, www.livingandcompany.nl en www.byflou.com alsmede op website www.bol.com (waarbij het productaanbod van Maurits-shop en Living and Company, ook dealers van Nordal, betrof), nog afbeeldingen van het hoofdbord [5] zichtbaar. Op 12 mei 2022 waren dergelijke afbeeldingen nog zichtbaar op de website van Nordal.
2.23.
Bij e-mailbericht van 13 april 2022 heeft de advocaat van Moooi de advocaat van Nordal en Wants & Needs hier op gewezen met het verzoek de betreffende afbeeldingen te verwijderen dan wel er voor zorg te dragen dat deze van de websites verdwijnen.

3.Het geschil

3.1.
Moooi vordert dat de rechtbank, voor zover mogelijk bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. primair: voor recht verklaart dat Nordal en Wants & Needs door het verhandelen en/of produceren en/of te koop aanbieden en/of verkopen en/of leveren en/of daartoe op voorraad hebben van producten met inbreukmakende print inbreuk maken op de auteursrechten van Moooi met betrekking tot de vormgeving van het Extinct Animals-dessin;
II. subsidiair: voor recht verklaart dat Nordal en Wants & Needs door het verhandelen en/of produceren en/of te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van producten met een inbreukmakende print onrechtmatig handelen jegens Moooi;
III. Nordal en Wants & Needs in de gehele Europese Unie, althans subsidiair in Nederland, hoofdelijk verbiedt om, met onmiddellijke ingang na betekening van het vonnis, (primair) op enigerlei wijze inbreuk te maken op de auteursrechten van Moooi, althans (subsidiair) onrechtmatig te handelen jegens Moooi door het (doen) reproduceren, (doen) bestellen, (doen) vervaardigen, (doen) tonen, (doen) verkopen c.q. te verkoop aanbieden of anderszins openbaar (doen) maken van producten met een vormgeving zoals de producten met inbreukmakende print en producten met een vormgeving die eenzelfde totaalindruk wekken als het Extinct Animals-dessin van Moooi, althans die daarmee verwarringwekkend overeenstemmen;
IV. Nordal en Wants & Needs hoofdelijk veroordeelt om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis, een door een onafhankelijk registeraccountant – op basis van een zelfstandig door die registeraccountant te verrichten onderzoek – [de rechtbank begrijpt: opgestelde] opgave te verstrekken aan de advocaten van Moooi die is gestaafd met (duidelijk leesbare kopieën van) alle relevante bescheiden, waaronder, maar niet beperkt tot, offertes, facturen, orders, orderbevestigingen, e-mails en/of andere bewijsstukken, van de volgende gegevens:
a. het totale [de rechtbank begrijpt: aantal] door Nordal en Wants & Needs (in)gekochte en/of verkochte en/of geleverde producten die inbreuk maken op de auteursrechten van Moooi op de vormgeving van het Extinct Animals-dessin, alsook de prijs die Nordal en Wants & Needs hebben betaald en ontvangen voor de (in)gekochte en of verkochte en/of geleverde producten met inbreukmakende print;
b. de volledige naam/namen en adres/adressen van de leveranciers en/of producenten en/of importeurs en/of professionele afnemers en/of eventuele andere derden die betrokken zijn bij invoer en/of productie en/of verhandeling in de Europese Unie van de producten met inbreukmakende print;
V. bepaalt dat, indien Nordal en Wants & Needs geheel of gedeeltelijk met de naleving van het onder III. verzochte verbod en/of het onder IV. vermelde bevel in gebreke blijven, zij een hoofdelijke dwangsom van € 5.000,-- zullen verbeuren voor iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat de overtreding voortduurt, met een maximum van
€ 200.000,--, althans een dwangsom als door de rechtbank in goede justitie nader te bepalen;
VI. Nordal en Wants & Needs veroordeelt tot een vergoeding van de door Moooi geleden schade, een en ander nader op te maken bij staat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag der algehele vordering [de rechtbank begrijpt: voldoening];
VII. Nordal en Wants & Needs hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan Moooi van de volledige kosten van het geding, met inbegrip van advocaatkosten en verschotten, op de voet van artikel 1019h Rv [6] , zoals door Moooi nader te specificeren, een en ander te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het te dezen te wijzen vonnis, en – voor het geval voldoening niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.2.
Moooi legt – samengevat weergegeven – het volgende aan haar vordering ten grondslag.
Het Extinct Animals-dessin is een werk dat beschermd wordt door het auteursrecht. Moooi is samen met het ontwerpduo Rive Roshan auteursrechthebbende op het dessin. Het auteursrecht dat genoemd ontwerpduo toekomt, mag Moooi ook handhaven.
Nordal en Wants & Needs gebruiken voor het hoofdbord dat zij op hun websites te koop hebben aangeboden en tot voor kort op die websites nog toonden dan wel nog immer tonen, een print die identiek is aan het Extinct Animals-dessin en een inbreukmakende verveelvoudiging en/of openbaarmaking daarvan is. Daarmee maken zij (in Nederland) inbreuk op het auteursrecht dat Moooi toekomt en mag handhaven. In ieder geval is sprake van slaafse nabootsing van het dessin. Er bestaat dus aanleiding voor toewijzing van een verklaring voor recht dat inbreuk is gemaakt, althans onrechtmatig is gehandeld, alsmede voor oplegging van een, ruim geformuleerd, inbreukverbod/verbod op onrechtmatig handelen. De auteursrechtinbreuken door Nordal en Wants & Needs strekken zich ook uit tot buiten de grenzen van Nederland. Het verbod moet daarom pan-Europees zijn.
Omdat er voldoende aanwijzingen voor zijn dat het hoofdbord is verkocht/geleverd, moeten Nordal en Wants & Needs rekening en verantwoording afleggen over de door hen genoten winst alsmede informatie verstrekken over de herkomst en distributiekanalen in relatie tot de betreffende producten. Nordal en Wants & Needs zijn ook aansprakelijk voor de schade die Moooi heeft geleden en moeten deze vergoeden. Omdat de omvang daarvan nog niet valt vast stellen, moet verwijzing naar de schadestaat volgen.
De rechtbank is, gelet op het bepaalde in de artikelen 2 en 102 Rv dan wel het bepaalde in artikel 7 lid 1 Rv, bevoegd om van de vordering van Moooi kennis te nemen.
3.3.
Wants & Needs en Nordal voeren gemotiveerd verweer. Kort samengevat verzoeken zij de rechtbank:
- om zich onbevoegd te verklaren om kennis te nemen van de vordering van Moooi, voor zover gericht tegen Nordal, althans van de onderdelen van die vordering voor zover deze een grensoverschrijdend karakter hebben, waarbij zij zich baseren op de artikelen 5 lid 3 en 6 lid 1 van het EVEX II-Verdrag [7] , althans die vordering af te wijzen;
- om de vordering, voor zover gericht tegen Wants & Needs, af te wijzen,
een en ander met veroordeling van Moooi in de kosten van het geding op de voet van artikel 1019h Rv.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Bevoegdheid voor zover de vordering is gegrond op auteursrechtinbreuk

4.1.
Deze zaak is een zaak met internationale elementen. Nordal, één van de gedaagde partijen, is buiten Nederland gevestigd en (in ieder geval) de verbodsvordering die Moooi toegewezen wil zien, reikt tot over de grenzen van Nederland (omdat het inbreukmakend handelen volgens Moooi ook daar plaatsvindt). Dit betekent dat de vraag of de rechtbank bevoegd is van de vordering van Moooi, zowel voor zover deze zich richt tegen Nordal als voor zover deze zich richt tegen Wants & Needs, kennis te nemen niet, zoals Moooi meent, volgens de regels van het nationaal procesrecht moet worden beantwoord, maar aan de hand van een bron van internationaal privaatrecht. Die bron is echter niet, zoals Nordal en Wants & Needs menen, het EVEX II-Verdrag.
4.2.
De toepasselijke bron van internationaal privaatrecht is in dit geval Brussel I
bis-Vo [8] . Denemarken, het land van vestiging van Nordal, heeft, hoewel dat land overeenkomstig een daartoe gesloten protocol bij het Verdrag van Amsterdam tot wijziging van het EG-Verdrag te kennen gaf niet deel te nemen aan de ‘voorganger’ van Brussel I
bis-Vo (de Brussel I-Verordening) [9] , in 2005 met de Europese Gemeenschap (EG) een overeenkomst gesloten [10] op grond waarvan vanaf 1 juli 2007 de Brussel I-Verordening ook voor Denemarken van toepassing is verklaard. Op grond van diezelfde met de EG gesloten overeenkomst heeft Denemarken te kennen gegeven ook de ‘herschikte’ Brussel
I-Verordening, Brussel I
bis-Vo, toe te passen. Kort gezegd vindt Brussel I
bis-Vo dus toepassing in de betrekkingen tussen Denemarken en de overige lidstaten van de Europese Unie en dus op de bevoegdheidsvraag in deze zaak.
4.3.
Omdat Wants & Needs in Nederland is gevestigd, is de rechtbank op grond van artikel 4 lid 1 Brussel I
bis-Vo internationaal bevoegd om van de vordering tegen Wants & Needs kennis te nemen. Dat de rechtbank ook relatief bevoegd is, is door Wants & Needs niet bestreden. Deze bevoegdheid is grensoverschrijdend [11] .
4.4.
Ten aanzien van de vraag of de rechtbank ook bevoegd is kennis te nemen van de vordering van Moooi, voor zover deze is ingesteld tegen Nordal, overweegt de rechtbank als volgt.
4.5.
Op grond van artikel 8 lid 1 Brussel I
bis-Vo kan een persoon die op het grondgebied van een lidstaat woonplaats heeft, indien er meer dan één verweerder is, ook worden opgeroepen voor het gerecht van de woonplaats van één hunner, op voorwaarde dat er tussen de vorderingen een zo nauwe band bestaat dat een goede rechtsbedeling vraagt om hun gelijktijdige behandeling en berechting, teneinde te vermijden dat bij afzonderlijke berechting van de zaken onverenigbare beslissingen worden gegeven.
4.6.
De rechtbank stelt in dit verband het volgende voorop. De bijzondere regel verwoord in artikel 8 lid 1 Brussel I
bis-Vo, waarmee wordt afgeweken van de in artikel 4 van die Verordening neergelegde beginselbevoegdheid van de rechter van de woonplaats van de verweerder, moet eng worden uitgelegd. Die uitleg mag zich enkel uitstrekken tot de in die Verordening uitdrukkelijk bedoelde gevallen [12] . Anders dan artikel 4 lid 1, wijst de bijzondere bevoegdheidsgrond van artikel 8 lid 1 Brussel I
bis-Vo niet de
gerechten van de lidstaatwaar de gedaagde woonplaats heeft als bevoegde rechter aan, maar een specifiek gerecht, te weten
het gerecht van de woonplaatsvan de medeverweerder. Mede gelet op de hiervoor genoemde enge uitleg, moet worden aangenomen dat het hierbij gaat om het gerecht in het arrondissement waar de medeverweerder woonplaats heeft [13] . Evenals bij artikel 4 lid 1 Brussel I
bis-Vo dient voor de toepassing van artikel 8 lid 1 Brussel I
bis-Vo de woonplaats van een rechtspersoon te worden vastgesteld overeenkomstig het autonome woonplaatsbegrip van artikel 63 lid 1 Brussel I
bis-Vo, dat bepaalt dat het gaat om de plaats van statutaire zetel, hoofdbestuur of hoofdvestiging.
4.7.
Wants & Needs, medeverweerder in deze, is gevestigd in Gemert (provincie Noord-Brabant). Wants & Needs heeft dus geen woonplaats in het arrondissement Den Haag in de zin van artikel 63 lid 1 Brussel I
bis-Vo, zodat deze rechtbank reeds om die reden niet op grond van artikel 8 Brussel I bis-Vo bevoegd is om kennis te nemen van de vordering tegen haar medegedaagde Nordal. Dat Wants & Needs zich in de tegen haar ingestelde procedure niet heeft beroepen op (relatieve) onbevoegdheid van deze rechtbank maakt dat, gelet op de betwisting van de bevoegdheid van deze rechtbank door haar medegedaagde en de hierboven genoemde enge en autonome uitleg van de artikelen 8 lid 1 en 63 lid 1 Brussel I bis-Vo, anders dan Moooi lijkt te betogen [14] , niet anders. Een gedaagde mag wat betreft de vraag of hij voor een vreemde rechter wordt gedaagd, niet afhankelijk zijn van het verweer dat een andere gedaagde, en niet hijzelf, voert.
4.8.
Moooi heeft de rechtbank verzocht te onderzoeken of verwijzing van de zaak (tussen Moooi en Nordal) naar de Rechtbank Oost-Brabant tot de mogelijkheden behoort. De rechtbank zal echter niet tot verwijzing overgaan. Nu de rechtbank bevoegd is kennis te nemen van de zaak tussen Moooi en Wants & Needs en er dus geen grond bestaat om díe zaak naar de rechtbank Oost-Brabant te verwijzen, zijn er ook geen aanknopingspunten voor verwijzing van de zaak tussen Moooi en Nordal naar die rechtbank.
4.9.
Deze rechtbank kan echter wel (beperkter) bevoegdheid ontlenen aan artikel 7 lid 2 Brussel I bis-Vo.
4.10.
Op grond van artikel 7 lid 2 Brussel I
bis-Vo is de Nederlandse rechter bevoegd indien het schadebrengende feit zich in Nederland heeft voorgedaan of kan voordoen. Volgens vaste uitleg kan onder de plaats van het schadebrengende feit zowel de plaats waar de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan (de
locus actus) als de plaats waar de schade is ingetreden (de
locus damni) worden verstaan. Onder de
locus damnivalt eveneens de plaats waar schade dreigt te ontstaan, nu in voornoemd artikellid tevens is opgenomen de plaats waar de schade ‘zich kan voordoen’, zodat ruimte bestaat voor het opleggen van een preventief verbod.
4.11.
Moooi stelt dat Nordal het hoofbord waarin (volgens Moooi) de inbreukmakende print is verwerkt – onder meer – beschikbaar heeft gesteld door het op haar website te koop aan te bieden en te tonen. Dit is feitelijk ook niet bestreden door Nordal. Het publiek in Nederland kan deze website raadplegen. Op grond van jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie dient in deze omstandigheden te worden aangenomen dat het intreden van de schade of het risico daarvan (mede) in Nederland kan plaatsvinden en Nederland dus een l
ocus damniis, zodat de Nederlandse rechter bevoegd is kennis te nemen van de gestelde auteursrechtinbreuk in Nederland [15] . De rechtbank is ook relatief bevoegd, reeds omdat Nordal dit niet heeft bestreden.
4.12.
Wanneer bevoegdheid wordt aangenomen op basis van de
locus damni, dan is deze bevoegdheid territoriaal beperkt, in die zin dat de rechter slechts uitspraak mag doen over de schade die op zijn grondgebied (in het onderhavige geval Nederland) is ingetreden of dreigt in te treden [16] .
4.13.
De slotsom van het voorgaande is dat het beroep van Nordal op onbevoegdheid van de rechtbank slechts slaagt, voor zover de vordering van Moooi jegens Nordal een grensoverschrijdend karakter heeft.
Bevoegdheid voor zover de vordering gegrond is op slaafse nabootsing
4.14.
Voor zover Moooi haar vordering jegens Nordal en Wants & Needs grondt op slaafse nabootsing, geldt eveneens dat de rechtbank internationaal en relatief bevoegd is op grond van artikel 7 lid 2 respectievelijk artikel 4 lid 1 Brussel I-
bisVo. Deze bevoegdheid is beperkt tot het Nederlands grondgebied. Partijen hebben hierover ook geen ander standpunt ingenomen.
Bezwaar tegen opmerkingen over proces-verbaal
4.15.
Het proces-verbaal van de mondelinge behandeling is een verkorte en zakelijke weergave van hetgeen ter zitting is besproken en niet reeds in de processtukken is opgenomen. Behoudens constatering van een enkele onjuistheid in het proces-verbaal, betreft al hetgeen Moooi in haar reactie op het proces-verbaal naar voren brengt, een herhaling van hetgeen zij eerder in haar processtukken te berde heeft gebracht en tijdens de mondelinge behandeling nog eens heeft benadrukt. Nieuwe stellingen zijn niet ingenomen en van het verduidelijken van reeds ingenomen stellingen is ook geen sprake. Nordal en Wants & Needs worden, gelet hierop, niet in hun belangen geschaad door het voegen van de reactie van Moooi in het procesdossier. De rechtbank ziet om dezelfde reden ook geen aanleiding om Nordal en Wants & Needs, zoals zij hebben verzocht, in de gelegenheid te stellen om (alsnog) schriftelijk te reageren op hetgeen Moooi naar voren heeft gebracht.
Auteursrecht
4.16.
Tussen partijen is niet in geschil dat het Extinct Animals-dessin een auteursrechtelijk beschermd werk is. Dat Moooi het auteursrecht op een deel van dit werk bezit en tevens gerechtigd is om op eigen naam namens ontwerpduo Rive Roshan, bij welk duo het auteursrecht op een ander deel van het werk berust, te procederen als ware zij zelf auteursrechthebbende op óók dat deel van het werk, staat tussen partijen eveneens vast. Ook geen geschilpunt tussen partijen is dat de print op het hoofdbord een kopie is van het Extinct Animals-dessin en dus een ongeoorloofde verveelvoudiging als bedoeld in artikel 13 Aw [17] .
4.17.
Zoals hiervoor is overwogen, stelt Moooi dat Nordal en Wants & Needs auteursrechtinbreuk hebben gemaakt en/of nog maken door het hoofdbord met inbreukmakende print – onder meer – op hun websites te koop aan te bieden en te tonen.
4.18.
Nordal betwist niet dat zij het hoofdbord met inbreukmakende print op haar website te koop heeft aangeboden, maar wel, zo begrijpt de rechtbank, dat zij dat in Nederland heeft gedaan en in Nederland dus aan de auteursrechthebbende voorbehouden handelingen heeft verricht. Juist is ook, aldus Nordal, dat zij genoemd product op haar website heeft getoond, maar dit verwijt van Moooi moet volgens Nordal buiten deze procedure worden gehouden omdat Moooi hier pas in haar akte uitlatingen tevens houdende aanvullende producties EP18 t/m EP24 mee is gekomen. Bovendien geldt ook voor deze aan de auteursrechthebbende voorbehouden handeling, zo betoogt Nordal verder, althans zo begrijpt de rechtbank haar, dat deze niet in Nederland heeft plaatsgevonden.
4.19.
De rechtbank ziet geen aanleiding om het verwijt van Moooi bestaande uit het tonen van het product in kwestie op de website van Nordal buiten deze procedure te houden. De in de aan Nordal betekende dagvaarding neergelegde verbodsvordering van Moooi strekt zich ook uit tot het tonen van het hoofdbord. In die dagvaarding is voorts verwezen naar screenshots waarbij het hoofdbord is afgebeeld zonder dat daaraan een aanbod ter verkoop (van dat product) is verbonden. Aangenomen moet ook worden dat Nordal zich er van bewust was dat zij met het tonen van het hoofdbord moest stoppen. Na het uitbrengen van de dagvaarding en vóór het nemen van Moooi’s akte, heeft Nordal immers de beslissing genomen om haar productcatalogus aan te passen door daaruit afbeeldingen van het hoofdbord, zonder dat daaraan een aanbod tot verkoop is verbonden, te verwijderen. De rechtbank zal daarom ook deze handeling bij de beoordeling betrekken.
4.20.
Voldoende voor inbreuk in Nederland is dat Nordal zich met het litigieuze product en promotie daarvoor richt op het publiek in (onder andere) Nederland en niet onkundig is van de gedragingen van derden die het product hier feitelijk distribueren [18] .
4.21.
Nordal heeft het hoofdbord met inbreukmakende print in ieder geval openbaar gemaakt op de website www.nordal.eu. Deze website biedt een optie om deze in de Engelse taal te vertalen en richt zich daarmee op een internationaal publiek. Op die website staat een lijst met namen van dealers in verschillende landen die het product verkopen. Ook dealers in Nederland staan op die lijst vermeld. Gelet daarop is de reclame die Nordal op haar website maakt voor het product waarin de inbreukmakende print is verwerkt (door dit product ter verkoop aan te bieden en te tonen), een vorm van aanbieden die mede op het publiek in Nederland is gericht. Dat een en ander zonder toestemming van Moooi is gebeurd, is niet in geschil. Aldus is sprake (geweest) van auteursrechtinbreuk in Nederland.
4.22.
Wants & Needs erkent dat zij het hoofdbord waarin de inbreukmakende print is verwerkt (in ieder geval) in Nederland op haar website te koop heeft aangeboden en heeft getoond. Omdat er, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, geen aanleiding bestaat het verwijt van Moooi bestaande uit het tonen van het betreffende product niet bij de beoordeling van de zaak te betrekken en vaststaat dat een en ander zonder toestemming van Moooi is gebeurd, moet, ook als het Wants & Needs betreft, de conclusie zijn dat (in Nederland) sprake is (geweest) van auteursrechtinbreuk.
4.23.
Dat Nordal en Wants & Needs niet bekend waren met het Extinct Animals-dessin en (daarom) niet bewust inbreuk hebben gemaakt, maakt het voorgaande niet anders, nu dit voor het aannemen van inbreuk niet vereist is.
Verbod (onderdeel III van de vordering)
4.24.
Nordal en Wants & Needs betogen dat Moooi geen belang heeft bij toewijzing van het gevorderde verbod omdat Nordal en Wants & Needs het op hun websites aanbieden ter verkoop van het hoofdbord hebben gestaakt en niet meer hebben hervat. Zij hebben echter niet betoogd dat dit belang ook ontbreekt als het tonen van het hoofdbord op die websites [19] bij de beoordeling van deze zaak wordt betrokken. Bovendien miskennen Nordal en Wants & Needs dat het gevorderde verbod zich ook uitstrekt tot andere aan de auteursrechthebbende voorbehouden handelingen en tot voorbehouden handelingen met producten met een vormgeving die eenzelfde totaalindruk wekt als het Extinct Animals-dessin, van welke handelingen Moooi, zo begrijpt de rechtbank, vreest dat deze in de toekomst zullen worden uitgevoerd. Dat Moooi in zoverre bij toewijzing van het verbod belang heeft, betwisten Nordal en Wants & Needs evenmin. Een en ander betekent dat de verbodsvordering aan Moooi kan worden toegewezen.
4.25.
Het aan Nordal op te leggen verbod zal, in lijn met hetgeen hiervoor is overwogen over de bevoegdheid van de rechtbank, tot Nederland worden beperkt.
4.26.
Ten aanzien van de vraag of het verbod zich, wat Wants & Needs betreft, als gevorderd, tot de Europese Unie moet uitstrekken, overweegt de rechtbank als volgt.
4.27.
Wants & Needs heeft ten verwere aangevoerd dat zij alleen in Nederland actief is en een verbod dat zich uitstrekt tot de Europese Unie om die reden moet worden afgewezen. De rechtbank volgt Wants & Needs hierin niet. Bij het aanbod ter verkoop van het hoofdbord op de website van Wants & Needs werd vermeld dat Wants & Needs door heel Europa levert [20] . Hetzelfde ligt ook besloten in de tekst onder het tabblad ‘Verzenden’ op diezelfde website. Levering kwalificeert als een aan de auteursrechthebbende voorbehouden distributiehandeling. Het aan Wants & Needs op te leggen verbod zal daarom, voor wat betreft het territoir, mede nu het auteursrechtelijke werkbegrip en de auteursrechtelijke beschermingsomvang/het auteursrechtelijke inbreukbegrip geharmoniseerde begrippen zijn [21] , worden toegewezen als gevorderd.
4.28.
Het inbreukverbod zal, zoals ook gevorderd, worden versterkt met een dwangsom, die echter wel zal worden gematigd.
4.29.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Moooi te kennen gegeven abusievelijk te hebben gevorderd het inbreukverbod en de daarin te verbinden dwangsom hoofdelijk aan Wants & Needs en Nordal op te leggen. In zoverre volgt afwijzing van de verbodsvordering.
Verklaring voor recht (onderdeel I van de vordering)
4.30.
Moooi heeft onvoldoende duidelijk gemaakt welk belang zij heeft bij toewijzing van de gevorderde verklaring voor recht (onderdeel I van de vordering) betreffende de inbreuk door Nordal en Wants & Needs naast oplegging van een verbod aan Nordal en Wants & Needs om inbreuk te maken. Dat belang kan niet zijn dat, zoals Moooi stelt, zij de verklaring voor recht nodig heeft voor haar vordering tot het vergoeden van geleden schade (onderdeel VI van de vordering). Een (toegewezen) verklaring voor recht is immers geen vereiste voor een recht op schadevergoeding. Dat (volledige) erkenning van inbreuk van de zijde van Nordal en Wants & Needs is uitgebleven, vormt evenmin (voldoende) belang voor toewijzing van de gevorderde verklaring voor recht. Dat inbreuk is gemaakt op het auteursrecht van Moooi, wordt immers voldoende geïllustreerd door de overwegingen in dit vonnis die ten grondslag liggen aan oplegging van het verbod. De gevorderde verklaring voor recht wordt dus afgewezen.
Rekening en verantwoording en informatie omtrent de schakels in de keten van productie en distributie (onderdeel IV van de vordering)
4.31.
Met sub a van onderdeel IV van de vordering wenst Moooi de beschikking te krijgen over het aantal ingekochte, verkochte en geleverde hoofdborden met de daarbij behorende prijzen.
4.32.
Nu auteursrechtinbreuken zijn vastgesteld, heeft Moooi in beginsel recht op verstrekking van deze gegevens. Nordal en Wants & Needs betogen echter dat voor verstrekking daarvan in dit geval geen grond bestaat omdat van inkoop, verkoop en levering geen sprake is (geweest).
4.33.
Wat Nordal betreft, overweegt de rechtbank als volgt. Niet duidelijk is hoe lang Nordal het hoofdbord al te koop aanbood op het moment dat Moooi daarvan op de hoogte raakte. In augustus en september 2021, enkele maanden nadat Nordal was gesommeerd auteursrechtinbreuk te staken en gestaakt te houden, boden dealers van Nordal het betreffende product in ieder geval nog te koop aan. Nu Nordal niet anders heeft betoogd, gaat de rechtbank er van uit dat in ieder geval enkele van deze dealers zich met hun aanbod ook op Nederland richtten. Bij de aanbiedingen van de Nordal-dealers werd niet vermeld dat het product niet leverbaar zou zijn. Vast staat verder dat het hoofdbord de dag vóór de mondelinge behandeling nog op de website van Nordal werd getoond en het product op in ieder geval 20 april 2022 nog op de websites van enkele Nordal-dealers te vinden was. Er was toen zeer geruime tijd verstreken sinds Nordal was gesommeerd een (definitief) einde te maken aan auteursrechtinbreuk.
4.34.
Wants & Needs heeft het hoofdbord, naar eigen zeggen, enkele dagen op haar website te koop aangeboden. Bij het aanbod tot verkoop werd vermeld dat Wants & Needs beschikte over een grote voorraad van het product en dat het product snel kon worden geleverd. Tot in ieder geval 20 april 2022, toen er ruim acht maanden waren verstreken sinds Wants & Needs een sommatie ontving van Moooi, toonde Wants & Needs het product nog op haar website.
4.35.
Tegenover dit alles legt het enkele verweer van Nordal en Wants & Needs, ondersteunt met een verklaring van de producent van het hoofdbord, dat er slechts één exemplaar van het hoofdbord aan Nordal is verstrekt en van het in productie nemen van het hoofdbord met print geen sprake is geweest, onvoldoende gewicht in de schaal. Niet valt daarom uit te sluiten dat er van inkoop, verkoop en levering daadwerkelijk sprake is geweest. Hierbij weegt de rechtbank ook mee dat de betreffende producent er belang bij heeft aldus te verklaren omdat ook zij kon vermoeden door Moooi op auteursrechtinbreuk te worden aangesproken.
4.36.
Ten overvloede overweegt de rechtbank nog dat als juist is dat van inkoop, verkoop en levering geen sprake is geweest, Nordal en Wants & Needs er weinig last van hebben aldus opgave te doen, terwijl Moooi er belang bij heeft een volledige opgave te verkrijgen, die, als deze incompleet of anderszins onjuist blijkt te zijn, leidt tot het verbeuren van een dwangsom. De gevorderde opgave is dan ook toewijsbaar als na te melden.
4.37.
Met sub b van onderdeel IV van de vordering wenst Moooi informatie te verkrijgen over de schakels in de keten van productie en distributie van het hoofdbord.
4.38.
Moooi heeft met de hiervoor reeds genoemde verklaring van de producent van het hoofdbord, reeds de beschikking gekregen over de naam en het adres van die producent, tevens leverancier (van Nordal). Tijdens de mondelinge behandeling heeft Moooi te kennen gegeven de betreffende producent/leverancier reeds te hebben aangeschreven. Dat daarbij is gebleken dat de in de verklaring vermelde gegevens niet juist of incompleet zijn, heeft Moooi niet gesteld. De naam en het adres van de leverancier van Wants & Needs kent Moooi ook al; dat is Nordal. Nordal en Wants & Needs importeren/importeerden, zo staat tussen partijen vast, het hoofdbord zelf. Gelet hierop heeft Moooi in zoverre geen belang meer bij toewijzing van haar vordering.
4.39.
Voor zover de vordering betrekking heeft op de naam- en adresgegevens van professionele afnemers en/of eventuele andere derden die betrokken zijn bij invoer en/of productie en/of verhandeling, is deze, gezien hetgeen hiervoor onder 4.33 tot en met 4.35 is overwogen, wel toewijsbaar.
4.40.
Moooi heeft tijdens de mondelinge behandeling te kennen gegeven dat zij wenst dat een onafhankelijk registeraccount de opgave opstelt en verifieert. Een dergelijke opdracht heeft, zo hebben Nordal en Wants & Needs terecht opgemerkt, aspecten van
assurance. Assurancemag een accountant op grond van zijn beroepsregels alleen geven als aan specifieke vereisten is voldaan. Dat dit het geval is, is in deze procedure niet gebleken. Toewijzing van het gevorderde zal dan ook snel tot executieproblemen kunnen leiden. Een minder verstrekkende opdracht tot het maken van een ‘rapport van feitelijke bevindingen’ biedt, als dit is wat Moooi voorstaat, geen extra zekerheid, omdat een accountant daarin volgens genoemde beroepsregels geen conclusies mag trekken. De zeer beperkte zekerheid die een accountant aldus kan geven in aanvulling op de ter staving van de opgave te verstrekken bescheiden en naast de op te leggen dwangsom, rechtvaardigt niet de aanzienlijke kosten die met het inschakelen van een accountant gemoeid zullen zijn. De vordering van Moooi zal in zoverre dan ook worden afgewezen.
4.41.
Aangezien de bevoegdheid van de rechtbank, wat betreft Nordal, territoriaal beperkt is tot Nederland, zal de aan Nordal op te leggen opgaveverplichting eveneens tot Nederland worden beperkt.
4.42.
De gevorderde dwangsom zal worden gematigd.
4.43.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Moooi te kennen gegeven abusievelijk te hebben gevorderd het opgavebevel en de daarin te verbinden dwangsom hoofdelijk aan Nordal en Wants & Needs op te leggen. In zoverre zal de vordering eveneens worden afgewezen.
Schadevergoeding (onderdeel VI van de vordering)
4.44.
Moooi vordert veroordeling van Nordal en Wants & Needs tot vergoeding van schade, op te maken bij staat. Voor verwijzing naar de schadestaatprocedure is voldoende dat de
mogelijkheidvan schade aannemelijk is gemaakt.
4.45.
Zoals hiervoor is overwogen, hebben Nordal en Wants & Needs inbreuk gemaakt op het auteursrecht van Moooi. Dat Moooi als gevolg hiervan mogelijk schade heeft geleden, acht de rechtbank aannemelijk. De omvang van de schade van Moooi kan op dit moment niet worden begroot. Partijen hebben zich hierover ook nog niet uitgelaten. De rechtbank zal partijen dan ook verwijzen naar de schadestaatprocedure.
4.46.
De wettelijke rente die wordt gevorderd over de geleden schade, kan als onderdeel van de schade in de schadestaatprocedure worden vastgesteld en zal daarom worden toegewezen als na te melden.
Slaafse nabootsing
4.47.
Aan de subsidiaire grondslag van het gevorderde verbod en de nevenvorderingen komt de rechtbank niet toe omdat deze (grotendeels) op de auteursrechtelijke grondslag toewijsbaar zijn. Dit ligt anders voor de gevorderde verklaring voor recht betreffende slaafse nabootsing (onderdeel II van de vordering), nu de vordering met die strekking, voor zover gegrond op auteursrechtinbreuk, wordt afgewezen. Echter, Moooi heeft niet toegelicht welk belang zij heeft bij toewijzing van een verklaring voor recht betreffende slaafse nabootsing in het geval toewijzing van een verbod op auteursrechtinbreuk volgt. In zoverre wordt de vordering van Moooi dan ook afgewezen.
Proceskosten
4.48.
In deze zaak gelden Nordal en Wants & Needs als de hoofdzakelijk in het ongelijk gestelde partijen. Zij zullen daarom in de proceskosten van Moooi worden veroordeeld. Moooi maakt aanspraak op een volledige proceskostenvergoeding op de voet van artikel 1019h Rv.
4.49.
Het door Moooi overgelegde proceskostenoverzicht omvat een bedrag van
€ 25.058,88 aan honoraria van haar advocaten. De door Moooi betaalde verschotten bestaan, zo begrijpt de rechtbank, uit een bedrag van € 1.695,-- aan vertaalkosten, een bedrag van
€ 201,90 aan dagvaardingskosten (€ 98,52 en € 103,38) en een bedrag van € 667,-- aan griffierecht.
4.50.
De vordering van Moooi vindt voornamelijk grondslag in de handhaving van intellectuele eigendomsrechten. Slechts een gering gedeelte van die vordering is gegrond op onrechtmatig handelen. De rechtbank schat de verdeling in grondslagen op 95% intellectueel eigendom en 5% niet-intellectueel eigendom.
4.51.
Partijen typeren deze zaak als een ‘normale bodemzaak’ in de zin van de landelijk vastgestelde Indicatietarieven in IE-zaken. De rechtbank volgt hen daarin niet. Weliswaar heeft de rechtbank uitgebreide overwegingen gewijd aan de bevoegdheid, maar partijen hebben dit in hun processtukken niet gedaan. Typisch auteursrechtelijke vraagstukken als de vraag of het ingeroepen werk een auteursrechtelijk beschermd werk is en de vraag wie als rechthebbende op het auteursrecht heeft te gelden, behoefden in deze zaak niet te worden beantwoord. Ook de inbreukvraag behoefde niet veel bespreking. Naar het oordeel van de rechtbank moet de onderhavige zaak daarom worden aangemerkt als een ‘eenvoudige bodemzaak’ in de zin van genoemde Indicatietarieven.
4.52.
De Indicatietarieven betreffen uitsluitend de werkzaamheden van de advocaat/advocaten. Voor een ‘eenvoudige bodemzaak’ geldt een indicatietarief, een bedrag dat als redelijk en evenredig wordt beschouwd, van maximaal € 8.000,--. De advocaatkosten aan de zijde van Moooi worden, gelet hierop, begroot op een bedrag van € 7.600,-- (95% van € 8.000,--). Dit bedrag zal aan Moooi worden toegewezen.
4.53.
Voor het overige zal het liquidatietarief worden toegepast, hetgeen betekent dat een bedrag van (afgerond naar boven) € 70,38 voor toewijzing in aanmerking komt (5% van
€ 563,-- (tarief II) x 2,5 punt (1 punt voor de dagvaarding, 1 punt voor de mondelinge behandeling en 0,5 punt voor de akte met bijzondere inhoud).
4.54.
De slotsom is dat aan Moooi een bedrag van € 10.234,28 zal worden toegewezen.
4.55.
De wettelijke rente over de proceskosten is toewijsbaar als gevorderd.
4.56.
Nordal en Wants & Needs hebben betoogd dat de veroordeling in de proceskosten niet, zoals gevorderd, hoofdelijk behoort te zijn. De rechtbank volgt hen daarin niet. Uit onder meer het arrest van de Hoge Raad van 17 maart 2000 [22] volgt dat een veroordeling van meerdere partijen in dezelfde proceskosten van rechtswege leidt tot hoofdelijke verbondenheid. De gevorderde hoofdelijke veroordeling in de proceskosten zal daarom worden toegewezen.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verklaart zich niet bevoegd om kennis te nemen van de tegen Nordal gerichte onderdelen van de vordering van Moooi, voor zover deze een grensoverschrijdend karakter hebben;
5.2.
verbiedt Nordal om onmiddellijk na betekening van dit vonnis in Nederland op enigerlei wijze inbreuk te maken op de auteursrechten van Moooi door het (doen) reproduceren, (doen) bestellen, (doen) vervaardigen, (doen) tonen, (doen) verkopen c.q. ter verkoop aanbieden of anderszins openbaar (doen) maken van producten met een vormgeving zoals de producten met inbreukmakende print en producten met een vormgeving die eenzelfde totaalindruk wekken als het Extinct Animals-dessin van Moooi;
5.3.
verbiedt Wants & Needs om onmiddellijk na betekening van dit vonnis in de Europese Unie op enigerlei wijze inbreuk te maken op de auteursrechten van Moooi door het (doen) reproduceren, (doen) bestellen, (doen) vervaardigen, (doen) tonen, (doen) verkopen c.q. ter verkoop aanbieden of anderszins openbaar (doen) maken van producten met een vormgeving zoals de producten met inbreukmakende print en producten met een vormgeving die eenzelfde totaalindruk wekken als het Extinct Animals-dessin van Moooi;
5.4.
veroordeelt Nordal en Wants & Needs om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis aan de advocaten van Moooi een met (duidelijk leesbare kopieën van) alle relevante bescheiden, waaronder, maar niet beperkt tot, offertes, facturen, orders, orderbevestigingen, e-mails en/of andere bewijsstukken, gestaafde opgave te verstrekken van:
a. het totale aantal door Nordal (in Nederland) en Wants & Needs (in de Europese Unie) (in)gekochte en/of verkochte en/of geleverde producten die inbreuk maken op de auteursrechten van Moooi op de vormgeving van het Extinct Animals-dessin alsook de prijs die Nordal en Wants & Needs hebben betaald en ontvangen voor de (in)gekochte en/of verkochte en/of geleverde producten met inbreukmakende print;
b. de volledige naam/namen en adres/adressen van professionele afnemers en/of eventuele andere derden die, wat betreft Nordal in Nederland en wat betreft Wants & Needs in de Europese Unie, betrokken zijn bij invoer en/of productie en/of verhandeling van de producten met inbreukmakende print;
5.5.
bepaalt dat, indien Nordal en/of Wants & Needs geheel of gedeeltelijk met de naleving van de onder 5.2 en 5.3 opgelegde verboden en de onder 5.4 verwoorde veroordeling in gebreke blijft/blijven, de betreffende partij een dwangsom verbeurt van
€ 1.000,-- per dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat de overtreding voortduurt, met een maximum van € 200.000,--;
5.6.
veroordeelt Nordal en Wants & Needs tot vergoeding van de door Moooi geleden schade, inclusief wettelijke rente, nader op te maken bij staat;
5.7.
veroordeelt Nordal en Wants & Needs hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van Moooi begroot op een bedrag van € 10.234,28, één en ander te voldoen binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis en – voor het geval voldoening van de kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de kosten, te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening tot aan de dag der algehele voldoening;
5.8.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.E. Bierling en in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2022.

Voetnoten

1.Het hoofdbord werd bijvoorbeeld afgebeeld in combinatie met een aanbod tot verkoop van andere Nordal-producten. Voorbeelden hiervan zijn de kleine foto’s op de afbeelding zoals weergegeven in 2.10.
2.De rechtbank zal hierna, voor zover aan de orde, ook spreken van een inbreukmakend product, hoewel deze term onzuiver is omdat niet een product, maar een persoon inbreuk maakt.
3.Naar de rechtbank begrijpt, moet dit 25 november 2021 zijn.
4.Dit betreft afbeeldingen waaraan geen aanbod tot verkoop van het hoofdbord is verbonden.
5.Zie voetnoot 4.
6.Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
7.Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (gesloten te Lugano op 30 oktober 2007, PbEU 2007, L 339/3, Trb. 2009, 223)
8.Verordening (EU) 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
9.De ‘opt-out’ waarop Nordal en Wants & Needs wijzen.
10.PbEU 2005, L 299
11.Onder meer Hoge Raad 19 maart 2004, NJ 2007, 585, ECLI:NL:HR:2004:AO0903
12.Zie onder meer HvJ EU 1 december 2011, zaak C-145/10 (Painer) ten aanzien van artikel 6 lid 1 van Verordening (EU) 44/2001
13.Zie onder meer Rechtbank Den Haag 10 oktober 2018 (ECLI:NL:RBDHAL2018:12254, Philips/Lidl) en de in voetnoot 6 van dat vonnis genoemde jurisprudentie van eerdere datum.
14.Zie pagina 2 van het proces-verbaal van de mondelinge behandeling onder het kopje ‘ten aanzien van de bevoegdheid’, tweede gedachtestreepje.
15.Onder meer HvJ EU 22 januari 2015, ECLI:EU:C:2015:28 (Hejduk/EnergieAgentur) en HvJ EU 3 oktober 2013, ECLI:EU:C:2013:635 (Pickney)
16.Onder meer HvJ EU 22 januari 2015, C-441/13, ECLI:EU:C:2015:28 (Hejduk), r.o. 38.
17.Auteurswet
18.onder meer HvJ EU 21 juni 2012, ECLI:EU:C:2012:370 (Donner-arrest) en HvJ EU 13 mei 2015, ECLI:EU:C:2015:315 (Knoll-arrest)
19.Dat, voor wat betreft Nordal, nog plaatsvond op 12 mei 2022, en, voor wat betreft Wants & Needs, in ieder geval op 20 april 2022.
20.De rechtbank begrijpt dit als in ieder geval ook in de lidstaten van de Europese Unie.
21.Onder meer HvJ EU 16 juli 2009 (Infopaq), zaak C-5/08, ECLI:NL:XX:2009:BJ3749.