ECLI:NL:RBDHA:2022:7014
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bewonersparkeervergunning voor mantelzorger
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 juli 2022 uitspraak gedaan in een bodemprocedure over de afwijzing van een aanvraag voor een bewonersparkeervergunning door de gemeente Rijswijk. Eiseres, die als mantelzorger voor haar rolstoelafhankelijke zoon fungeert, had een aanvraag ingediend voor een tweede parkeerplaats, omdat zij regelmatig haar zoon bezoekt en hem naar een revalidatiecentrum moet brengen. De gemeente had de aanvraag afgewezen op basis van het beleid dat alleen bewoners die mantelzorg ontvangen in aanmerking komen voor een bewonersparkeervergunning. Eiseres betoogde dat haar situatie bijzonder was en dat er voldoende parkeerplaatsen beschikbaar waren in de omgeving.
De rechtbank overwoog dat het beleid van de gemeente niet onredelijk was en dat de situatie van eiseres niet zodanig bijzonder was dat hiervan afgeweken moest worden. De rechtbank erkende de waarde van de mantelzorg die eiseres biedt, maar oordeelde dat dit niet leidde tot een verplichting voor de gemeente om een vergunning te verlenen. Eiseres had niet aannemelijk gemaakt dat het vergunningstelsel op te korte termijn was ingevoerd, waardoor het beroep ongegrond werd verklaard. De rechtbank besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en verklaarde het beroep ongegrond.