Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam], eiseres V-nummer: [nummer]
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres, Plakvovo, op 13 april 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag, die op 3 september 2021 was ingediend. De rechtbank Den Haag heeft op 12 juli 2022 uitspraak gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank constateert dat de wettelijke beslistermijn van zes maanden, zoals bepaald in artikel 42, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, is verstreken zonder dat verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, een beslissing heeft genomen. Eiseres heeft verweerder op 10 maart 2022 rechtsgeldig in gebreke gesteld, waarna zij beroep heeft ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld kan worden met een besluit dat vernietigd wordt.
Eiseres verzoekt de rechtbank om verweerder op te dragen een besluit te nemen binnen twee weken en om een dwangsom van € 100 per dag te verbeuren voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. De rechtbank stelt vast dat, op basis van de Tijdelijke wet opschorting dwangsommen, de artikelen die normaal gesproken van toepassing zijn op besluiten tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel niet van toepassing zijn, omdat de aanvraag na inwerkingtreding van deze wet is ingediend. Dit betekent dat de rechtbank niet bevoegd is om een dwangsom te verbinden aan de uitspraak.
De rechtbank bepaalt dat verweerder binnen acht weken na verzending van de uitspraak het eerste gehoor moet afnemen en binnen acht weken na dat gehoor een beslissing moet nemen, in ieder geval binnen zestien weken na de uitspraak. Tevens veroordeelt de rechtbank verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 379,50, vastgesteld op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De uitspraak is gedaan door mr. K. Verschueren, rechter, en is openbaar gemaakt op 18 juli 2022.