In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 14 april 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Ann-zorg B.V. en Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. Ann-zorg, een zorgaanbieder actief in de regio's Arnhem en Twente, had zich ingeschreven voor de inkoopprocedure van Zilveren Kruis voor het leveren van Wlz-zorg in de regio Utrecht. Zilveren Kruis heeft Ann-zorg echter afgewezen op basis van een aantal redenen, waaronder het feit dat het bedrijfsplan van Ann-zorg niet voldeed aan de eisen die in de inkoopdocumenten waren gesteld. Ann-zorg vorderde in deze procedure dat Zilveren Kruis op straffe van een dwangsom zou worden verboden om haar uit te sluiten en dat de onderhandelingen zouden worden hervat.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat Zilveren Kruis zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat Ann-zorg niet in aanmerking komt voor een overeenkomst. De rechter heeft vastgesteld dat Ann-zorg niet heeft voldaan aan de vereisten van het landelijk inkoopkader, met name dat het bedrijfsplan onvoldoende inging op de regio Utrecht. De rechter heeft ook opgemerkt dat Ann-zorg niet kon aantonen dat zij aan de voorwaarden voldeed, en dat het niet duidelijk was dat het regionale inkoopkader de eisen van het landelijke inkoopkader niet zou omvatten.
De vordering van Ann-zorg is afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat Ann-zorg binnen veertien dagen de kosten van het geding aan Zilveren Kruis moet betalen, met een specificatie van de kosten. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Zilveren Kruis de kosten kan vorderen, zelfs als Ann-zorg in beroep gaat.