ECLI:NL:RBDHA:2022:7517
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielprocedure met proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 juli 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielprocedure. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A. Habib-Portier, had tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, nadat zijn asielaanvraag in de verlengde procedure was afgewezen als kennelijk ongegrond. Op 17 mei 2022 heeft de staatssecretaris het bestreden besluit ingetrokken en aangegeven dat opnieuw op de aanvraag beslist zal worden. Verzoeker heeft vervolgens zijn verzoek om voorlopige voorziening ingetrokken, maar verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om proceskostenveroordeling behandeld zonder zitting, op grond van de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechter overweegt dat, aangezien de staatssecretaris gedeeltelijk tegemoet is gekomen aan het verzoek, het verzoek om proceskostenveroordeling als kennelijk gegrond kan worden toegewezen. De voorzieningenrechter heeft de proceskosten vastgesteld op € 379,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.