ECLI:NL:RBDHA:2022:7578
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de status van Brazilië als veilig land van herkomst in asielprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 juli 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Braziliaanse nationaliteit, in beroep ging tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris had de aanvraag van de eiser voor een verblijfsvergunning asiel afgewezen als kennelijk ongegrond en een inreisverbod van twee jaar opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat Brazilië voor hem persoonlijk niet kan worden aangemerkt als een veilig land van herkomst. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de eiser over zijn problemen in Brazilië geloofwaardig waren, maar dat hij niet kon aantonen dat hij bij terugkeer naar Brazilië een reëel risico op ernstige schade loopt. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de staatssecretaris ondeugdelijk heeft gemotiveerd dat het inreisverbod van twee jaar kan worden opgelegd. De rechtbank heeft het beroep van de eiser gegrond verklaard voor zover het betreft het inreisverbod, en het bestreden besluit op dat punt vernietigd, terwijl het voor het overige in stand werd gelaten. De rechtbank heeft de staatssecretaris ook veroordeeld in de proceskosten van de eiser, vastgesteld op € 1.518,-.