ECLI:NL:RBDHA:2022:7585

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 juli 2022
Publicatiedatum
26 juli 2022
Zaaknummer
NL22.10684
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot Roemenië

In de zaak tussen [naam], verzoeker, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 juli 2022 uitspraak gedaan. Verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door verweerder niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Roemenië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van verzoeker. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening op 7 juli 2022 behandeld, waarbij verzoeker werd bijgestaan door mr. M.S. Yap, als waarnemer van zijn gemachtigde. Tijdens de zitting was ook een tolk, M. Fayez, aanwezig. De voorzieningenrechter heeft in overweging genomen dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL22.10683) die verband houdt met het beroep van verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.10684

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker,

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. J.J. Bronsveld),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: mr. J. Visscher).

Procesverloop

Bij besluit van 7 juni 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling, omdat Roemenië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL22.10683, op 7 juli 2022 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door mr. M.S. Yap, als waarnemer van zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen M. Fayez. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.10683, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.