ECLI:NL:RBDHA:2022:764
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 januari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een asielzoeker, die zijn asielaanvraag had ingediend. De asielaanvraag was eerder door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond bij besluit van 15 december 2021. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 19 januari 2022, die plaatsvond in Breda, zijn verzoeker en zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de staatssecretaris zich wel liet vertegenwoordigen. Na de behandeling van de zaak heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Dit gebeurde op basis van de uitspraak die op dezelfde dag in een andere zaak (NL21.19801) werd gedaan, waarin de rechtbank ook uitspraak deed op het beroep van de verzoeker. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.