Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 juli 2021 met producties 1-10,
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie van 22 september 2021 met producties 1-11,
- de conclusie van antwoord in reconventie van 3 november 2021, waarin een eiswijziging is vervat, met producties A-G,
- het tussenvonnis 23 maart 2022,
- de e-mail van 29 maart 2022 van mr. Devkinandan met producties H-K,
- de e-mail van 31 maart 2022 van mr. Bhulai houdende een eisvermeerdering, met producties 12-14,
- het B-formulier van 5 april 2022 van mr. Devkinandan,
- de goederenlijst die [eiser] ter zitting heeft overgelegd.
2.Het geschil en de beoordeling in conventie en in reconventie
Waar gaat het over?
- [eiser] voor de helft draagplichtig is voor de hypotheek, de WOZ-belasting en de andere aan de woning verbonden eigenaarslasten, zolang de woning niet is geleverd aan [gedaagde] of een derde
- [eiser] voor de helft draagplichtig is voor de rest van de lening bij de Interbank, groot (op het moment van het instellen van deze eis) € 15.561,39.
- [gedaagde] heeft op [eiser] een vordering van € 20.236,90 wegens te veel betaalde eigenaarslasten tot 1 april 2022, zie 2.14.
- [eiser] heeft op [gedaagde] een vordering van € 15.911,18 wegens een gebruiksvergoeding, zie 2.26.
- [gedaagde] heeft op [eiser] een vordering van € 225 wegens betalingen aan Eteck, zie 2.31.
- [gedaagde] heeft op [eiser] een vordering van € 3.795 wegens betalingen aan Interbank, zie 2.32.
3.795,00+
15.911,18–
- verschillende eigenaarslasten, zie 2.18, 2.20, 2.22 en 2.24;
- gebruiksvergoeding, zie 2.30;
- de betalingen op de lening bij Interbank, zie 2.33.