In deze bodemzaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 mei 2022 uitspraak gedaan in een vordering van [eiser] tegen Actus Notarissen N.V. en [gedaagde 2], in zijn hoedanigheid als notaris. [eiser] had zijn woning verkocht aan [naam 1], waarbij [gedaagde 2] als notaris betrokken was. De levering van de woning vond niet plaats op de afgesproken datum, omdat [gedaagde 2] weigerde de notariële akte te passeren, onder de veronderstelling dat [eiser] niet de vereiste documentatie had overlegd. Hierdoor werd [eiser] door [naam 1] aangesproken tot betaling van een contractuele boete. [eiser] vorderde dat Actus en [gedaagde 2] deze boete zouden vergoeden, maar Actus betwistte dat zij partij was bij de overeenkomst en [gedaagde 2] stelde dat hij zijn zorgplicht niet had geschonden.
De rechtbank oordeelde dat Actus geen partij was bij de overeenkomst tot het verlenen van notarisdiensten, en dat [gedaagde 2] zijn zorgplicht niet had geschonden. De rechtbank wees de vorderingen van [eiser] af, en veroordeelde hem in de proceskosten. De kosten aan de kant van Actus en [gedaagde 2] werden elk begroot op € 3.518,00, met wettelijke rente indien niet binnen 14 dagen na het vonnis betaald werd. De rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van notarissen en de noodzaak voor hen om zorgvuldig te handelen bij het beoordelen van de beschikkingsbevoegdheid van partijen, vooral in situaties waar eerdere huwelijksverhoudingen een rol kunnen spelen.