Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
[naam2](ECLI:EU:C:2014:2336).
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 februari 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een asielaanvraag van een Oezbeekse vreemdeling. Eiser, die stelt de Albanese nationaliteit te bezitten, heeft beroep ingesteld tegen een terugkeerbesluit en een inreisverbod van twee jaar dat door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was uitgevaardigd. Eiser was Nederland binnengekomen zonder zich te melden bij de autoriteiten en had zich enige tijd aan het toezicht onttrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder voldoende rekening heeft gehouden met de persoonlijke omstandigheden van eiser en dat de vragen die aan hem zijn gesteld niet te algemeen waren. Eiser heeft niet aangetoond dat hij zakelijke belangen heeft in Nederland of de EU, en de rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit niet in strijd is met het recht van de Europese Unie. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen vier weken bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.