ECLI:NL:RBDHA:2022:7902
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag van statushouder uit Polen
In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, heeft verzoekster, een statushouder uit Polen, beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die haar asielaanvraag op 15 juni 2022 niet-ontvankelijk heeft verklaard. Verzoekster heeft daarnaast verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 14 juli 2022 in Middelburg, waar verzoekster werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. J. Visschers, en waar ook een tolk, F. Farjadnia, aanwezig was. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. W.P.R. Peeters.
Tijdens de zitting is het verzoek om voorlopige voorziening samen met een andere zaak, NL22.11776, behandeld. De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak, die op dezelfde dag is gedaan, het beroep in de andere zaak behandeld. Gezien de uitkomst van die zaak, heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, in aanwezigheid van griffier mr. M.Ch Grazell, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.