ECLI:NL:RBDHA:2022:7967

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 augustus 2022
Publicatiedatum
8 augustus 2022
Zaaknummer
NL22.7290
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na niet-ontvankelijk verklaring aanvraag verblijfsvergunning

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 augustus 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M.P. de Boo, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder in deze procedure, op 20 april 2022 niet-ontvankelijk verklaard. Hiertegen heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 12 mei 2022, waarbij de verzoeker aanwezig was met een waarnemer van zijn gemachtigde, mr. D.W.M. van Erp, en een tolk, V. Emechete. De verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. C.T.W. van Dijk. Tijdens de zitting is het verzoek om voorlopige voorziening behandeld, maar de voorzieningenrechter heeft in een eerdere uitspraak op dezelfde dag, in de zaak met nummer NL22.7289, al een beslissing genomen op het beroep van de verzoeker. Hierdoor was het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E.R. Houweling, in aanwezigheid van griffier mr. B. Tijssen, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.7290

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. C.T.W. van Dijk),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. M.P. de Boo).

Procesverloop

Bij besluit van 20 april 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met het beroep (NL22.7289), op 12 mei 2022 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door de waarnemer van zijn gemachtigde mr. D.W.M. van Erp. Als tolk is verschenen V. Emechete. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.7289, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.R. Houweling, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.B. Tijssen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.