ECLI:NL:RBDHA:2022:7983

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 juni 2022
Publicatiedatum
8 augustus 2022
Zaaknummer
C/09/595799 / HA ZA 20-663
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H.F.R. van Heemstra
  • J.Th. van Walderveen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake doorverkoop databestanden en inbreuk op databankrecht en auteursrecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Creditsafe Nederland B.V. en Data-collectief Groep B.V. over de doorverkoop van databestanden. Creditsafe, eiseres, biedt online bedrijfsinformatie en kredietrapporten aan, terwijl Data-collectief, gedaagde, ook actief is in het verstrekken van bedrijfsinformatie. De partijen hebben in 2017 een overeenkomst gesloten waarbij Creditsafe wekelijks databestanden aan Data-collectief verstrekte. Creditsafe stelt dat Data-collectief deze bestanden onrechtmatig heeft doorverkocht aan een derde partij, Handelzeker B.V., en vordert schadevergoeding en een verklaring voor recht dat Data-collectief inbreuk heeft gemaakt op haar databankrechten en auteursrechten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de algemene voorwaarden van Creditsafe van toepassing zijn op de overeenkomst, maar dat de bepalingen die het doorverkopen van databestanden verbieden, niet van toepassing zijn op het mutatiebestand. De rechtbank oordeelt dat Data-collectief inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten en databankrechten van Creditsafe met betrekking tot de kleurcoderingenbestanden, maar niet met betrekking tot de mutatiebestanden. De rechtbank wijst de vorderingen van Creditsafe tot schadevergoeding en winstafdracht af, maar kent wel een schadevergoeding toe voor de onbetaalde factuur van € 5.721,61, vermeerderd met rente. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij haar eigen kosten draagt.

Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor partijen om duidelijke afspraken te maken over de gebruiksrechten van databestanden en de gevolgen van het niet naleven van deze afspraken. De uitspraak biedt ook inzicht in de toepassing van intellectueel eigendomsrecht in commerciële overeenkomsten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/595799 / HA ZA 20-663
Vonnis van 22 juni 2022
in de zaak van
CREDITSAFE NEDERLAND B.V.,
te Den Haag,
eiseres,
advocaat: mr. A. Robustella te Ede,
tegen
DATA-COLLECTIEF GROEP B.V.,
te Nieuwegein,
gedaagde,
advocaat: mr. R.P.E. Halfens te Nieuwegein.
Partijen zullen hierna Creditsafe en Data-collectief genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het incidenteel vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 17 juni 2020;
  • de akte overlegging nadere productie 2 van de zijde van Data-collectief;
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 30 november 2021.
1.2.
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Creditsafe biedt diensten aan op het gebeid van het verstrekken van online bedrijfsinformatie en het verstrekken van kredietrapporten. Data-collectief is actief op het terrein van het verstrekken van online bedrijfsinformatie.
2.2.
Creditsafe gebruikt algemene voorwaarden. Deze luiden, voor zover hier relevant, als volgt:
“6. Eigendomsrechten van Creditsafe
6.2.
Op de aan U ter beschikking gestelde Service berusten auteursrechten en andere intellectuele eigendomsrechten. U zult geen enkel deel van de Service kopiëren, vermenigvuldigen of wijzigen zonder schriftelijke toestemming van Creditsafe. Creditsafe kan maatregelen nemen om zijn Service te kunnen herkennen, waaronder (zonder beperking) versleuteling van gegevens, de toevoeging van spookgegevens of andere technische of andere methoden die Creditsafe noodzakelijk acht.
6.3.
Alle door Creditsafe verstrekte documenten, bijv. rapporten, adviezen, overeenkomsten, ontwerpen, software, enz, zijn uitsluitend bestemd voor gebruik door U en mogen door U niet worden vermenigvuldigd, openbaar gemaakt of aan derden verstrekt zonder voorafgaande toestemming van Creditsafe.

7.Uw verplichtingen en gedrag

7.1.
U zult de Service uitsluitend binnen Nederland gebruiken voor uw eigen bedrijfsdoeleinden en u zult alle wetten en voorschriften die van toepassing zijn op uw gebruik van de Service, naleven en, onverminderd het bovenstaande, in alle opzichten de WBP naleven, waaronder mede begrepen het vragen om toestemming alvorens een persoon na te trekken (indien van toepassing).
7.2.
De overeenkomst is bedoeld voor één gebruiker. Het gebruik van service onder de voorwaarden van deze overeenkomst is gelimiteerd tot één gebruiker. Voor het gebruik van onze service door meer dan 1 gebruiker, doormiddel van gelijktijdig gebruik of andere manier, zult u extra licenties moeten bij kopen.
7.3.
De Service die aan u ter beschikking wordt gesteld, wordt uitsluitend verleend voor uw eigen gebruik en u zult uw toegang tot of gebruik van de Service (of enig deel of onderdeel daarvan) of een deel van of al uw rechten of verplichtingen volgens deze Overeenkomst niet overdragen, toekennen, verkopen, onderverhuren, op sublicentie verstrekken of op enigerlei andere wijze overdragen of toekennen aan een andere personen, noch dit trachten te
doen, tenzij uitdrukkelijke, schriftelijke toestemming van Creditsafe is verkregen.
7.4.
U zult niet: (i) (...)
(ii) een deel van de informatie aanpassen;
(iii) Informatie die in verband met de Service wordt verstrekt (waaronder gegevens van prospects) vermenigvuldigen, op enigerlei wijze openbaar maken, verspreiden, verkopen of overdragen aan of voor derden of de informatie opnemen in een product of dienst die ter beschikking wordt gesteld aan derden.

8.Wachtwoord en beveiliging

8.1.
U zult zorgdragen voor geheimhouding van uw wachtwoord en accountgegevens en U draagt de volle verantwoordelijkheid voor alle activiteiten die onder uw wachtwoord of op uw account plaatsvinden. U zult Creditsafe onmiddellijk op de hoogte stellen van enig onbevoegd gebruik van uw wachtwoord of account en belooft uw account na elke sessie af te sluiten.”
2.3.
In 2016 hebben partijen met elkaar onderhandeld over het afnemen door Data-collectief van een zogenaamd “mutatie abonnement”. In dat kader heeft Creditsafe op 8 februari 2016 een e-mail gestuurd aan Data-collectief met de volgende tekst:
“[…]
Om te reageren op de algemeen voorwaarden de artikelen 6.2 en 7.1 t/m 7.4 zijn niet van kracht als het gaat om een mutatie abonnement.
Bij deze kan ik nogmaals bevestigen dat deze niet van kracht zijn. Dit zijn de voorwaarden die gelden bij onze standaard dienstverlening.
[…]”
2.4.
Partijen hebben op 30 november 2017 een overeenkomst gesloten op grond waarvan Creditsafe wekelijks een databestand met bedrijfsinformatie aan Data-collectief verstrekte. De overeenkomst zag in wezen op twee bestanden: een periodiek mutatiebestand met bijgewerkte KvK gegevens (mutatiebestand) en een periodieke bijgewerkte lijst met aan bedrijven gelieerde kleurcoderingen die betrekking hebben op kredietwaardigheid (kleurcoderingenbestand).
2.5.
Op de overeenkomst tussen partijen zijn de algemene voorwaarden van Creditsafe van toepassing verklaard.
2.6.
Data-collectief heeft (een deel van) de bestanden die zij van Creditsafe heeft ontvangen doorverkocht aan een derde, te weten Handelzeker B.V. Daarbij gaat het om zowel de mutatiebestanden als de kleurcoderingenbestanden.
2.7.
Creditsafe heeft op 29 mei 2019 een factuur ad € 5.671,88 met betrekking tot de periode 28 mei 2019 tot en met 27 augustus 2019 aan Data-collectief gestuurd. Deze factuur is niet betaald.
2.8.
Nadat Creditsafe heeft geconstateerd dat Data-collectief de bestanden had doorverkocht aan Handelzeker B.V. en nadat zij Data-collectief onverrichterzake verschillende sommaties heeft gestuurd, heeft Creditsafe haar dienstverlening aan Data-collectief per 13 augustus 2019 opgeschort.
2.9.
Op 4 oktober 2019 is de overeenkomst tussen partijen geëindigd.

3.Het geschil

3.1.
Creditsafe vordert na wijziging van eis – samengevat – voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. een verklaring voor recht dat Data-collectief in strijd heeft gehandeld met de overeenkomst met Creditsafe, door de aan haar geleverde bedrijfsinformatie/databestanden door te verkopen;
II. een verklaring voor recht dat Data-collectief inbreuk heeft gemaakt op de databankrechten van Creditsafe, door de aan haar geleverde bedrijfsinformatie/databestanden door te verkopen;
III. een verklaring voor recht dat Data-collectief inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van Creditsafe, door de aan haar geleverde bedrijfsinformatie/databestanden door te verkopen;
IV. een inbreukverbod op de aan Creditsafe toekomende auteursrechten en databankrechten;
V. winstafdracht;
VI. schadevergoeding, nader op te maken bij staat;
VII. veroordeling tot betaling van € 5.721,61 (hoofdsom en verschenen rente per 15 november 2019) vermeerderd met de contractuele rente vanaf 15 november 2019;
VIII. veroordeling van Data-collectief in de proceskosten.
3.2.
Creditsafe legt aan deze vorderingen ten grondslag dat Data-collectief de door Creditsafe geleverde databestanden heeft doorverkocht aan Handelzeker B.V., terwijl dit niet was toegestaan op basis van de algemene voorwaarden die van toepassing zijn op de overeenkomst die partijen met elkaar hebben gesloten. Daarmee heeft Data-collectief tevens inbreuk gemaakt op het databankrecht en het auteursrecht van Creditsafe. Bovendien heeft Creditsafe de factuur van 29 mei 2019 nog niet betaald.
3.3.
Data-collectief voert verweer strekkende tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van Creditsafe in de volledige proceskosten op grond van artikel 1019h Rv, een en ander voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

De overeenkomst

4.1.
Ten aanzien van de vraag of Data-collectief in strijd heeft gehandeld met de algemene voorwaarden, heeft zij de volgende verweren opgeworpen:
 De betreffende bepalingen zijn geschreven voor de reguliere dienstverlening van Creditsafe en niet de specifieke dienstverlening die Creditsafe aan Data-collectief bood. Dit blijkt ook uit de e-mail van Creditsafe aan Data-collectief van 8 februari 2016.
 Deze bepalingen zijn in strijd met de kernverplichting die Creditsafe jegens Data-collectief is aangegaan omdat Creditsafe wist dat Data-collectief het mutatiebestand zou gaan doorverkopen. Het één-op-één doorverkopen behoort tot de standaarddienstverlening van Data-collectief. Dit blijkt uit de naam Data-collectief en zou expliciet zijn besproken.
4.2.
Om te beoordelen of het op grond van de overeenkomst Data-collectief was toegestaan het mutatiebestand door te verkopen, dient de rechtbank de overeenkomst uit te leggen. Daarbij komt het aan op hetgeen partijen jegens elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden. Daarbij is relevant dat het hier gaat om twee zakelijke partijen.
4.3.
In dit verband is met name van belang hetgeen Data-collectief mocht afleiden uit de e-mail van 8 februari 2016 waarin staat dat de artikelen 6.2 en 7.1 tot en met 7.4 van de algemene voorwaarden niet van toepassing zijn en dat deze voorwaarden alleen gelden bij de standaarddienstverlening van Creditsafe (waar dus kennelijk het mutatie abonnement niet onder valt).
4.4.
Creditsafe heeft hierover betoogd dat deze beperking van de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden later niet is herhaald of herbevestigd, zodat Data-collectief daarvan niet mocht uitgaan.
4.5.
De rechtbank is van oordeel dat, voor zover het gaat om het mutatiebestand, de beperking van de algemene voorwaarden als uitganspunt heeft te dienen. Uit de mail van
8 februari 2016 blijkt dat de toepasselijkheid van deze voorwaarden categorisch wordt uitgesloten voor wat betreft het mutatieabonnement. Data-collectief mocht er op grond van die mededeling van uitgaan dat deze bepalingen niet van toepassing waren op het mutatiebestand. Dat dat later niet is herhaald of herbevestigd, doet daar niet aan af.
4.6.
Dit is anders waar het gaat om de kleurcoderingenbestanden. In de mail van
8 februari 2016 wordt enkel gesproken over een mutatieabonnement. Creditsafe heeft gemotiveerd betwist dat daaronder ook het kleurcoderingenbestand moet worden begrepen. Omdat Data-collectief niet nader heeft onderbouwd waarom dat wel daaronder zou vallen, heeft zij in dat verband onvoldoende gesteld. Derhalve moet het er voor gehouden worden dat de betreffende bepalingen uit de algemene voorwaarden wel golden voor de kleurcoderingenbestanden en dat het Data-collectief dus niet was toegestaan deze door te verkopen. Nu zij dat wel heeft gedaan, is zij toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van de op haar rustende contractuele verplichtingen.
Beroep op intellectueel eigendom
4.7.
Creditsafe stelt dat Data-collectief inbreuk heeft gemaakt op haar auteursrechten en databankrechten.
4.8.
Voor zover dat beroep ziet op de mutatiebestanden, overweegt de rechtbank dat het feit dat partijen expliciet hebben afgesproken om de artikelen 6.1 en 7.1 tot en met 7.4 van de algemene voorwaarden ten aanzien van de mutatiebestanden uit te sluiten, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid in de weg staat aan een beroep op auteursrecht en/of databankrecht jegens Data-collectief met betrekking tot die mutatiebestanden (daargelaten de vraag of Creditsafe in dat verband enig recht toekomt).
4.9.
Ten aanzien van de kleurcoderingenbestanden geldt het volgende. Dat deze bestanden auteursrechtelijke bescherming genieten, is door Creditsafe onvoldoende onderbouwd. Niet is gebleken dat deze verzameling van gegevens met een kleurcodering die de kredietwaardigheid van bedrijven indiceert, oorspronkelijk is in die zin dat het gaat om een eigen intellectuele schepping van de maker die de persoonlijkheid van de maker weerspiegelt en tot uiting komt door de vrije creatieve keuzes van de maker bij de totstandkoming van het werk.
4.10.
Creditsafe stelt verder dat de kleurcoderingenbestanden in aanmerking komen voor bescherming als databank in de zin van de Databankenwet. Een beschermede databank in de zin van artikel 1 onder a. van de Databankenwet is een verzameling van werken, gegevens of andere zelfstandige elementen die systematisch of methodisch geordend en afzonderlijk met elektronische middelen of anderszins toegankelijk zijn en waarvan de verkrijging, de controle of de presentatie van de inhoud in kwalitatief of kwantitatief opzicht getuigt van een substantiële investering.
4.11.
Creditsafe stelt in dit verband substantiële investeringen te hebben gedaan in de totstandkoming van deze bestanden. Dit onderbouwt zij door te verwijzen naar een zeer beknopt overzicht waaruit zou blijken dat Creditsafe € 17.650.000,00 zou hebben geïnvesteerd. Dit overzicht is niet voorzien van enige toelichting of stukken die dat bedrag staven. In het licht van de betwisting van de juistheid daarvan door Data-collectief, had het op de weg van Creditsafe gelegen daarover nadere informatie en stukken te geven. Nu zij dat niet heeft gedaan, heeft zij in dit verband onvoldoende gesteld.
De onbetaalde factuur
4.12.
Over de onbetaalde factuur van € 5.671,88 stelt Data-collectief zich op het standpunt dat zij deze niet heeft voldaan omdat de daarin genoemde periode niet zou kloppen. Ook stelt zij een te verrekenen tegenvordering te hebben omdat zij schade zou hebben geleden omdat Creditsafe haar dienstverlening op 13 augustus 2019 ten onrechte zou hebben opgeschort.
4.13.
De rechtbank oordeelt hierover als volgt. Data-collectief heeft de stelling dat de factuur niet de juiste periode aangeeft niet nader onderbouwd. Evenmin heeft zij onderbouwd waarom deze omstandigheid aan de opeisbaarheid van het verschuldigde bedrag in de weg zou staan. Zij betwist ook niet dat zij het bedrag verschuldigd is, zodat de vordering voor toewijzing vatbaar is.
4.14.
Het beroep op verrekening zal met toepassing van artikel 6:136 BW worden gepasseerd, nu de schade en de aansprakelijkheid door Creditsafe gemotiveerd is betwist en de gegrondheid van dit verweer niet op eenvoudige wijze is vast te stellen.
De vorderingen
4.15.
Nu de rechtbank geen inbreuk op de auteurs- of databankrechten van Creditsafe heeft vastgesteld, zullen de gevorderde verklaringen voor recht onder II en III, alsmede de verbodsvordering en de vordering tot winstafdracht worden afgewezen.
4.16.
Ten aanzien van de onder VI. gevorderde schadevergoeding nader op te maken bij staat, constateert de rechtbank dat daarin de schade wordt gevorderd die is geleden als gevolg van de gestelde inbreuk en het onrechtmatig handelen van Data-collectief. De grondslag van de toerekenbare tekortkoming wordt daarin niet genoemd. De rechter dient het petitum echter uit te leggen in het licht van de daaraan ten grondslag gelegde stellingen en van het processuele debat, zoals dit zich vervolgens heeft ontwikkeld. In dat licht begrijpt de rechtbank het petitum aldus dat Creditsafe ook schade vordert als gevolg van het niet nakomen door Data-collectief van haar contractuele verplichtingen. De rechtbank acht de mogelijkheid van schade aan de zijde van Creditsafe als gevolg van deze tekortkoming aannemelijk. De rechtbank zal die vordering aldus toewijzen.
4.17.
Gezien het voorgaande, heeft Creditsafe geen afzonderlijk belang bij de onder I. gevorderde verklaring voor recht. Deze zal worden afgewezen.
4.18.
De vordering tot betaling van de factuur van 29 mei 2019 zal, zoals reeds overwogen, worden toegewezen. De gevorderde contractuele rente is niet weersproken en zal eveneens worden toegewezen.
Proceskosten
4.19.
Partijen zijn ieder deels in het gelijk en deels in het ongelijk gesteld. De rechtbank zal de kosten daarom compenseren.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt Data-collectief tot betaling van de door Creditsafe als gevolg van het doorverkopen door Data-collectief van de kleurcoderingenbestanden aan Handelzeker B.V. geleden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
5.2.
veroordeelt Data-collectief aan Creditsafe te betalen het bedrag van € 5.721,61, te vermeerderen met de contractuele rente, gelijk aan de wettelijke rente te vermeerderen met 2% punten, vanaf 15 november 2019 tot aan de dag van algehele voldoening,
5.3.
compenseert de kosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.F.R. van Heemstra en in het openbaar uitgesproken door mr. J.Th. van Walderveen op 22 juni 2022.