In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Creditsafe Nederland B.V. en Data-collectief Groep B.V. over de doorverkoop van databestanden. Creditsafe, eiseres, biedt online bedrijfsinformatie en kredietrapporten aan, terwijl Data-collectief, gedaagde, ook actief is in het verstrekken van bedrijfsinformatie. De partijen hebben in 2017 een overeenkomst gesloten waarbij Creditsafe wekelijks databestanden aan Data-collectief verstrekte. Creditsafe stelt dat Data-collectief deze bestanden onrechtmatig heeft doorverkocht aan een derde partij, Handelzeker B.V., en vordert schadevergoeding en een verklaring voor recht dat Data-collectief inbreuk heeft gemaakt op haar databankrechten en auteursrechten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de algemene voorwaarden van Creditsafe van toepassing zijn op de overeenkomst, maar dat de bepalingen die het doorverkopen van databestanden verbieden, niet van toepassing zijn op het mutatiebestand. De rechtbank oordeelt dat Data-collectief inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten en databankrechten van Creditsafe met betrekking tot de kleurcoderingenbestanden, maar niet met betrekking tot de mutatiebestanden. De rechtbank wijst de vorderingen van Creditsafe tot schadevergoeding en winstafdracht af, maar kent wel een schadevergoeding toe voor de onbetaalde factuur van € 5.721,61, vermeerderd met rente. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor partijen om duidelijke afspraken te maken over de gebruiksrechten van databestanden en de gevolgen van het niet naleven van deze afspraken. De uitspraak biedt ook inzicht in de toepassing van intellectueel eigendomsrecht in commerciële overeenkomsten.