Wat vindt de rechtbank?
9. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
10. De verzekeringsarts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiseres bestudeerd. Zij heeft eiseres op het spreekuur gezien en onderzocht. Verder heeft zij bij betrokken de inhoud van de brief van psycholoog D. van Meggelen van 22 januari 2020. Zij heeft alle door eiseres naar voren gebrachte klachten, namelijk haar schouder/armklachten, haar handklachten en haar psychische klachten, beschreven. Op grond van de verkregen gegevens, de in het dossier aanwezige informatie en de bevindingen bij eigen onderzoek vindt de verzekeringsarts dat er sprake is van een ziekte c.q. stoornis welke aanleiding geeft beperkingen voor arbeid aan te nemen. Deze beperkingen heeft zij vastgelegd in de FML van 25 februari 2020. Om de medisch situatie van eiseres volledig in beeld te krijgen heeft de verzekeringsarts aanvullende informatie opgevraagd bij de huisarts ten aanzien van de handklachten.
11. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts in zijn rapporten van 18 mei 2020 en 16 juni 2020 heroverwogen. Hij heeft het dossier bestudeerd, gekeken naar wat eiseres in bezwaar naar voren had gebracht en informatie van de behandelaars bestudeerd. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd waarom hij geen aanleiding ziet anders te denken over de belastbaarheid van eiseres dan de verzekeringsarts. Na zijn eerste onderzoek is nog informatie van de huisarts van eiseres ontvangen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft deze informatie ook nog bestudeerd en betrokken bij zijn medisch oordeel.
12. De verzekeringsartsen hebben alle klachten van eiseres en de informatie van de behandelaars betrokken in hun beoordeling. Er is geen reden om aan te nemen dat de verzekeringsartsen aspecten van de gezondheidstoestand van eiseres hebben gemist. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat de medische rapporten zorgvuldig tot stand zijn gekomen. De verzekeringsartsen hebben bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe hun beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat de rapporten aan de drie voorwaarden voldoen.
13. De verzekeringsarts heeft naar aanleiding van een dossieronderzoek, anamnese, lichamelijk en psychisch onderzoek vastgesteld dat eiseres beperkingen heeft die voortvloeien uit ziekte en/of stoornis. De verzekeringsarts heeft aangenomen dat de vastgestelde beperkingen door de voorgaande verzekeringsartsen, ten aanzien van de linkerarm/schouder, sociaal functioneren en persoonlijk functioneren, nog actueel zijn. Ten aanzien van de rugklachten stelt de verzekeringsarts vast dat deze niet meer objectiveerbaar zijn, omdat eiseres heeft aangegeven weinig last te hebben van haar rug en ook bij onderzoek kunnen geen duidelijke afwijkingen worden vastgesteld. Eiseres is ook niet bekend met een structurele rugafwijking, aldus de verzekeringsarts. In de FML heeft de verzekeringsarts beperkingen opgenomen voor het persoonlijk functioneren, sociaal functioneren, aanpassing aan fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen, statische houdingen en werktijden.
14
.De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 18 mei 2020 uiteengezet waarom de conclusie van de verzekeringsarts over de belastbaarheid van eiseres in stand kan blijven. Zo heeft hij overwogen dat er geen nieuwe medische feiten bekend zijn geworden die extra beperkingen in de FML rechtvaardigen. De bij de huisarts opgevraagde stukken geven volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep geen aanleiding om aanvullende beperkingen aan te nemen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft te kennen gegeven dat bij het lichamelijk onderzoek niet een duidelijk gestoorde handfunctie te zien is. Op het röntgenonderzoek is wel CMC 1 artrose (duimbasis) aan beide handen aangetroffen, links veel meer dan rechts. Maar in de FML is al rekening gehouden met een verminderde belastbaarheid van de handen. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep wordt in de FML dus ook in voldoende mate rekening gehouden met verminderde belastbaarheid als gevolg van een CMC 1 artrose van vooral de linkerhand.
15
.De rechtbank vindt dat de verzekeringsartsen voldoende hebben uitgelegd waarom niet meer of andere beperkingen hoeven te worden aangenomen. Als iemand het niet eens is met een oordeel van een verzekeringsarts, dan moet hij of zij dat onderbouwen met (andere) medische stukken. Eiseres is daartoe twee keer in de gelegenheid gesteld, namelijk bij brief van de rechtbank van 4 augustus 2021 en bij brief van het landelijk inloopteam bestuursrecht van 1 april 2022. Eiseres heeft daar geen gebruik van gemaakt en dus niet met nieuwe medische stukken aannemelijk gemaakt dat de aangenomen beperkingen onvoldoende zijn en dat voor haar een urenbeperking had moeten worden gesteld. Het feit dat de voorgaande verzekeringsartsen meer beperkingen hebben aangenomen is geen reden om te kunnen stellen dat de huidige verzekeringsartsen dezelfde beperkingen opnieuw moeten aannemen. De verzekeringsartsen behoren aan de hand van de medische situatie van eiseres op datum in geding te beoordelen wat de beperkingen zijn en zijn hierbij niet verplicht om de beperkingen van de voorgaande verzekeringsgeneeskundige onderzoeken over te nemen. Daarnaast heeft de verzekeringsarts voldoende gemotiveerd waarom zij, voor sommige items, minder vergaande beperkingen heeft aangenomen.
16. Eiseres moet op de datum in geding daarom in staat worden geacht arbeid te verrichten die in overeenstemming is met de voor haar vastgestelde medische belastbaarheid, zoals verwoord in de FML van 25 februari 2020.
De arbeidskundige beoordeling
17. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft op grond van de FML functies gezocht die eiseres met haar medische beperkingen in theorie nog kan doen, omdat eiseres niet geschikt wordt geacht haar eigen werk als schoonmaakmedewerkster te verrichten. Het gaat om:
- ( sbc-code 242030) Medewerker tuinbouw;
- ( sbc-code 111171) Produktiemedewerker metaal en elektro-industrie;
- ( sbc-code 267071) Assemblagemedewerker besturingskasten en panelen.
18. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 5 juni 2020 voldoende uitgelegd dat de belasting in de geduide functies de vastgestelde medische belastbaarheid van eiseres niet overschrijdt. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk. De arbeidskundige gronden die eiseres heeft aangevoerd zijn in feite gericht tegen de in de FML van 25 februari 2020 vastgelegde medische belastbaarheid. Daarover heeft de rechtbank hierover onder punt 16 geoordeeld er geen aanleiding is om aan de juistheid daarvan te twijfelen.
19. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiseres op de datum in geding met de middelste van deze functies 80,90% kan verdienen van het loon dat zij voorheen verdiende als schoonmaakmedewerkster, zodat eiseres voor de overige 19,10% arbeidsongeschikt is. Dat het arbeidsongeschiktheidspercentage in het verleden anders (hoger) is vastgesteld maakt niet dat datzelfde percentage op de datum in geding ook moet gelden; er zijn nu immers andere, minder forse, beperkingen voor eiseres vastgesteld en zij kan om die reden nu ook andere functies vervullen, waardoor haar verlies aan verdiencapaciteit nu veel lager is. Het UWV heeft terecht besloten om de WIA-uitkering van eiseres per 11 mei 2020 te beëindigen.