ECLI:NL:RBDHA:2022:8220
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep tegen niet tijdig beslissen op TOZO-aanvraag
Op 13 juli 2020 heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag voor een uitkering op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO). De gemeente Rotterdam heeft op 11 mei 2020 een besluit genomen tot afwijzing van de TOZO-aanvraag van eiseres. De rechtbank heeft eiseres op 28 februari 2022 geïnformeerd dat het beroep mogelijk niet-ontvankelijk is en dat de ontvankelijkheid ter zitting aan de orde zal komen. Tijdens de online zitting op 16 maart 2022 zijn beide partijen aanwezig geweest. Na de zitting heeft de rechtbank het onderzoek heropend en vragen aan verweerder gesteld, waarop verweerder op 6 april 2022 heeft geantwoord. Eiseres heeft op 11 mei 2022 gereageerd, waarna het onderzoek is gesloten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er meer dan twee jaar is verstreken tussen de indiening van het beroep en de uitspraak, wat te lang is. Eiseres, die eigenaar is van een stichting, had op 14 april 2020 een TOZO-uitkering aangevraagd. De gemeente Rotterdam heeft de aanvraag afgewezen omdat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor de TOZO, aangezien zij als werknemer werd gezien door de Belastingdienst.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat eiseres het beroep te vroeg heeft ingesteld. De termijn van twee weken, zoals vereist in artikel 6:12 van de Awb, was nog niet verstreken op het moment van indienen van het beroep. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de mandatering van de gemeente Rotterdam om namens de gemeente Leiden te beslissen op de aanvraag correct was. De rechtbank heeft de uitspraak gedaan op 17 augustus 2022, waarbij het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard en er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.