ECLI:NL:RBDHA:2022:8268
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit tot plaatsing in Handhaving en Toezichtlocatie (HTL) met vrijheidsbeperkende maatregel na brandstichting door asielzoeker
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 augustus 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de plaatsing van een asielzoeker in een Handhaving en Toezichtlocatie (HTL) met een vrijheidsbeperkende maatregel. De eiser, een Nigeriaanse asielzoeker, had beroep ingesteld tegen twee besluiten van de verweerders, het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank oordeelde dat de eiser op 10 juli 2022 in de HTL te Hoogeveen was geplaatst vanwege ernstige gedragingen, waaronder brandstichting, die de veiligheid van medebewoners en personeel in gevaar hadden gebracht. De eiser had aangevoerd dat zijn opzet niet gericht was op brandstichting, maar op het verjagen van geesten. De rechtbank verwierp deze stelling en oordeelde dat de eiser de huisregels had overtreden en een gevaarlijke situatie had gecreëerd, wat de plaatsing in de HTL rechtvaardigde.
De rechtbank overwoog verder dat de eiser niet had aangetoond dat zijn psychische problemen hem ongeschikt maakten voor de HTL, en dat de GZA (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) akkoord had gegeven voor zijn plaatsing. Beide beroepen van de eiser werden ongegrond verklaard. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er werd een rechtsmiddel tegen het bestreden besluit 1 voorzien, terwijl tegen het bestreden besluit 2 geen rechtsmiddel openstond.