Op 19 augustus 2022 heeft de Rechtbank Den Haag een man van 42 jaar veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven maanden wegens zware mishandeling. De man heeft op 26 april 2022 in Leiden het slachtoffer, zijn ex-partner, meermalen in het gezicht geslagen, waardoor zij twee gebroken oogkassen opliep. De rechtbank heeft de vordering tot schadevergoeding van het slachtoffer gedeeltelijk toegewezen. De verdachte, die op dat moment gedetineerd was in detentiecentrum Rotterdam, heeft tijdens de zitting op 5 augustus 2022 bekend en zijn raadsman heeft geen vrijspraak bepleit. De rechtbank heeft vastgesteld dat het letsel als zwaar lichamelijk letsel kan worden aangemerkt, en dat de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de kans op dit letsel. De rechtbank heeft ook de tenuitvoerlegging gelast van twee eerder voorwaardelijk opgelegde straffen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van acht maanden geëist, maar de rechtbank oordeelde dat een straf van zeven maanden passend was. Daarnaast is aan de verdachte een contactverbod met het slachtoffer opgelegd voor de duur van drie jaar, met vervangende hechtenis bij overtreding. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding deels toegewezen, tot een bedrag van € 2.385,00, en de verdachte is verplicht om dit bedrag te betalen, vermeerderd met wettelijke rente.