ECLI:NL:RBDHA:2022:8403

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 augustus 2022
Publicatiedatum
23 augustus 2022
Zaaknummer
NL22.5523
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag en verzoek om proceskostenvergoeding

In deze zaak heeft verzoeker beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, ingediend op 23 augustus 2021. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 7 juni 2022 de asielaanvraag van verzoeker alsnog ingewilligd. Na deze beslissing heeft verzoeker zijn beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft verweerder de gelegenheid gegeven om te reageren op dit verzoek, maar verweerder heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.

De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank overweegt dat op grond van artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb een bestuursorgaan in de proceskosten kan worden veroordeeld indien bij de intrekking van het beroep daarom wordt verzocht en verweerder geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen. In dit geval heeft verweerder aan verzoeker tegemoetgekomen door alsnog een beslissing te nemen tijdens het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit.

De rechtbank concludeert dat het verzoek om vergoeding van de proceskosten gegrond is. Verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten die verzoeker heeft gemaakt, welke door de rechtbank zijn vastgesteld op € 379,50. Dit bedrag is berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij rekening is gehouden met de wegingsfactor ‘licht’, aangezien het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.5523

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], verzoeker

V-nummer: 290.607.4358
(gemachtigde: mr. S.S.M. van Beek),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 23 augustus 2021.
Bij besluit van 7 juni 2022 heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker ingewilligd.
Verzoeker heeft het beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld te reageren op dat verzoek. Verweerder heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak op het verzoek om proceskostenveroordeling.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb kan de rechtbank bij afzonderlijke uitspraak en met toepassing van artikel 8:75 van de Awb een bestuursorgaan in de proceskosten veroordelen, indien bij de intrekking van het beroep daarom wordt verzocht en verweerder geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen.
2. De rechtbank stelt vast dat verweerder aan verzoeker is tegemoet gekomen door hangende het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit alsnog een beslissing te nemen. Verzoeker heeft het verzoek om vergoeding van de proceskosten gedaan gelijktijdig met het intrekken van het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
3. Uit het voorgaande volgt dat het verzoek om vergoeding van de proceskosten kennelijk gegrond is.
4. De rechtbank veroordeelt verweerder in de proceskosten die verzoeker heeft gemaakt. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 379,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift ter waarde van € 759 en wegingsfactor 0,5). De rechtbank is van oordeel dat de wegingsfactor ‘licht’ van toepassing is aangezien het beroep alleen ziet op het niet tijdig nemen van een besluit.

Beslissing

De rechtbank veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 379,50 (
driehonderdnegenenzeventig euro en 50 cent).
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.