ECLI:NL:RBDHA:2022:8508
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 augustus 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot de asielaanvraag van de verzoeker. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, had een verzoek ingediend om de behandeling van zijn beroep in Nederland af te wachten met behoud van opvang. Dit verzoek volgde op een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat de asielaanvraag van de verzoeker niet in behandeling werd genomen op grond van artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld tijdens een zitting in Breda, waar de verzoeker en zijn gemachtigde niet aanwezig waren. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat het beroep waarop het verzoek betrekking had, in een eerdere zitting niet-ontvankelijk was verklaard.
De uitspraak is openbaar gedaan en geanonimiseerd gepubliceerd. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open. De voorzieningenrechter heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.