ECLI:NL:RBDHA:2022:8560

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 augustus 2022
Publicatiedatum
26 augustus 2022
Zaaknummer
NL22.11990
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag en rechtmatig verblijf

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 augustus 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielprocedure. Verzoeker, die wordt bijgestaan door zijn gemachtigde mr. A.S. Sewman, heeft tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 14 juni 2022, houdt in dat de asielaanvraag van verzoeker in de algemene procedure buiten behandeling is gesteld. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij hangende het beroep niet uit Nederland kan worden verwijderd.

Tijdens de zitting op 19 augustus 2022, waar ook een tolk aanwezig was, heeft de voorzieningenrechter het verzoek behandeld. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker momenteel beschikt over een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd als gezinslid van zijn ex-partner. Dit betekent dat verzoeker rechtmatig in Nederland verblijft en dat er geen risico is dat hij kan worden uitgezet. Hierdoor heeft verzoeker geen spoedeisend belang bij de gevraagde voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.11990
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam], verzoeker

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. E. Derksen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J.H.M. Post).

Procesverloop

Bij besluit van 14 juni 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker in de algemene procedure buiten behandeling gesteld.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen ertoe strekkende dat hij hangende het beroep niet uit Nederland kan worden verwijderd.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met het beroep NL22.11989, op 19 augustus 2022 op zitting behandeld in Breda. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door mr. A.S. Sewman, als waarnemer van zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen Y. ERramdani. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. Vast staat dat verzoeker op dit moment nog beschikt over een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd als gezinslid van zijn ex-partner. Dat betekent dat verzoeker rechtmatig in Nederland verblijft en dat hij Nederland niet kan worden uitgezet. Dat leidt tot de conclusie dat verzoeker geen (spoedeisend) belang heeft bij de gevraagde voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 19 augustus 2022 door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.