ECLI:NL:RBDHA:2022:8561
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag na vertrek uit opvang
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 augustus 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser. Eiser had op 23 juni 2022 een asielaanvraag ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als kennelijk ongegrond was afgewezen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting op 19 augustus 2022, waar de rechtbank de zaak heeft behandeld. De gemachtigde van de staatssecretaris was wel aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 13 juli 2022 de opvang heeft verlaten en met onbekende bestemming is vertrokken. De gemachtigde van eiser heeft op 25 juli 2022 aangegeven dat hij op 2 juli 2022 voor het laatst contact met eiser heeft gehad. Gezien deze omstandigheden concludeert de rechtbank dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op asielrechtelijke bescherming in Nederland. Dit wordt ondersteund door eerdere jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.