ECLI:NL:RBDHA:2022:8562

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 augustus 2022
Publicatiedatum
26 augustus 2022
Zaaknummer
NL22.12338
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielprocedure

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 augustus 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. F. Boone, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 23 juni 2022 de asielaanvraag van verzoeker had afgewezen als kennelijk ongegrond. Tijdens de zitting in Breda op 19 augustus 2022 zijn verzoeker en zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de staatssecretaris zich wel liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, mr. J.H.M. Post.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, maar heeft dit verzoek afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op de uitspraak die op dezelfde dag is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL22.12337), waarin het beroep van verzoeker werd behandeld. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.12338
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam], verzoeker

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. F. Boone),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J.H.M. Post).

Procesverloop

Bij besluit van 23 juni 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met het beroep NL22.12337, op 19 augustus 2022 op zitting behandeld in Breda. Verzoeker en zijn gemachtigde zijn, na voorafgaand bericht, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.12337, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 19 augustus 2022 door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.