ECLI:NL:RBDHA:2022:859

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 februari 2022
Publicatiedatum
9 februari 2022
Zaaknummer
NL21.19882
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Oekraïne

In de zaak tussen een verzoekster, die asiel heeft aangevraagd, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 februari 2022 uitspraak gedaan. De verzoekster, die samen met haar minderjarige kinderen een asielaanvraag indiende, had beroep ingesteld tegen een eerder besluit van 20 december 2021, waarin haar asielaanvraag als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De verzoekster vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, terwijl haar zaak gelijktijdig met een andere zaak (NL21.19881) werd behandeld.

Tijdens de zitting op 19 januari 2022 in Breda, waar de verzoekster aanwezig was met haar gemachtigde en een tolk, heeft de voorzieningenrechter de zaak gehoord. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak op dezelfde dag, in de andere zaak, al een beslissing genomen. Gezien deze uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. Ż.A. Meinert, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.19882

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], V-nummer: [nummer], verzoekster

mede namens haar minderjarige kinderen
[naam kind 1]en
[naam kind 2]
(gemachtigde: mr. L. Sinoo),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. M.A.M. Janssen).

Procesverloop

Bij besluit van 20 december 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoekster in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL21.19881, op 19 januari 2022 op zitting behandeld te Breda. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen N. Gorges. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.19881, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. Ż.A. Meinert, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl. De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.