ECLI:NL:RBDHA:2022:8627

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 augustus 2022
Publicatiedatum
30 augustus 2022
Zaaknummer
NL22.12514
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na afwijzing asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 augustus 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker wiens asielaanvraag eerder was afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het bestreden besluit, dat op 27 juni 2022 was genomen, verklaarde de asielaanvraag van de verzoeker als kennelijk ongegrond. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 19 augustus 2022 in Breda, waar zowel de verzoeker als de verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er reeds een uitspraak was gedaan op het beroep in een andere zaak (NL22.12513), en om die reden het verzoek om voorlopige voorziening afwijst. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier mr. S.D.C.J. Verheezen, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.12514

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. M.B. van den Toorn-Volkers),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J.H.M. Post).

Procesverloop

Bij besluit van 27 juni 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL22.12513, op 19 augustus 2022 te Breda op zitting behandeld. Verzoeker en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.12513, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.S.D.C.J. Verheezen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.