ECLI:NL:RBDHA:2022:8634
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onderzoek naar de ondertoezichtstelling van een minderjarige met zorgen over de opvoedomgeving en ontwikkeling
In deze zaak heeft de kinderrechter op 12 augustus 2022 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren op [geboortedag] 2022. De Raad voor de Kinderbescherming heeft zorgen geuit over de ontwikkeling en opvoedomgeving van de minderjarige, die volledig afhankelijk is van zijn opvoeder(s). De moeder van de minderjarige heeft een licht verstandelijke beperking en is niet in staat om zelfstandig voor de minderjarige te zorgen. Ze beschikt niet over eigen woonruimte, heeft geen werk en haar financiën zijn niet op orde. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder hulp en begeleiding nodig heeft om zelfstandig te leren functioneren en om in het belang van de minderjarige goede beslissingen te nemen.
De kinderrechter heeft het verzoek tot ondertoezichtstelling toegewezen, waarbij de minderjarige onder toezicht wordt gesteld van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering voor de periode van één jaar. De Raad heeft het verzoek gemotiveerd door te wijzen op de afhankelijkheid van de moeder van haar grootmoeder en de wisselende relatie tussen hen, wat risico's met zich meebrengt voor de zorg voor de minderjarige. De kinderrechter oordeelt dat de betrokkenheid van een jeugdbeschermer noodzakelijk is om de ontwikkeling van de minderjarige te waarborgen en om de juiste hulpverlening voor de moeder op te zetten.
De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak. De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er hoger beroep worden ingesteld.