6.4Het betoog van eisers dat het bouwplan in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en dat het bestreden besluit niet getuigt van een evenwichtige belangenafweging, slaagt dus niet.
7. Aangezien verweerder op goede gronden aan heeft kunnen nemen dat het bouwplan niet in strijd is met de goede ruimtelijke ordening, heeft hij de gevraagde omgevingsvergunning kunnen verlenen.
8. Het betoog van eisers dat de vergunninghouder geen toelichting heeft gegeven aan de stedenbouwkundig adviseur en dat hij niet aan eisers heeft gecommuniceerd dat hij de omgevingsvergunning aan ging vragen, slaagt niet. Op de vergunninghouder rusten geen dergelijke wettelijke verplichtingen.
9. Dat er geen welstandseisen gelden in Zuidplas, moet in de onderhavige procedure als een gegeven worden beschouwd. Dat het bestemmingsplan op enig punt onverenigbaar is met een hogere norm of relevante feitelijke onjuistheden bevat, is gesteld noch gebleken. Ook deze betogen van eisers slagen dus niet.
10. Ook het betoog van eisers dat zij niet in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijzen over de uitbouw naar voren te brengen slaagt niet. Verweerder heeft uiteengezet dat de vergunningaanvraag gepubliceerd is in het regionaal huis-aan-huisblad van 3 februari 2021. De rechtbank is van oordeel dat verweerder daarmee heeft voldaan aan zijn wettelijke verplichting om kennis te geven van de aanvraag.
11. Het beroep van eisers tegen het wijzigingsbesluit 2 is ongegrond. Nu dit beroep niet leidt tot vernietiging van dat besluit, wordt dit besluit onherroepelijk. Hieruit volgt dat aan het bestreden besluit en het wijzigingsbesluit 1 geen betekenis meer toekomt. Onder deze omstandigheden en nu niet is gebleken van enig belang bij een beoordeling van deze beroepen, ziet de rechtbank aanleiding voor het oordeel dat eisers in zoverre geen procesbelang meer hebben. In verband hiermee dienen hun beroepen tegen het bestreden besluit en het wijzigingsbesluit 1 niet-ontvankelijk te worden verklaard. Dit betekent dat de omgevingsvergunning voor de uitbouw in stand blijft.
12. Omdat het beroep van eisers aanleiding was om het wijzigingsbesluit 2 te nemen, waarin het door de voorzieningenrechter geconstateerde gebrek in het bestreden besluit is hersteld, dient verweerder het door eisers betaalde griffierecht van €181,- te vergoeden.