3.5.1Ten aanzien van feiten 1, 2 en 5 (medeplegen van hennepteelt)
In de panden gelegen in Wassenaar aan [adres] , de [adres] en [adres] zijn in werking zijnde hennepkwekerijen aangetroffen (hierna ook aangeduid als: henneppanden). In het eerste pand zijn op 30 september 2018, 1062 hennepplanten aangetroffen. In het tweede pand zijn op 1 oktober 2018 1503 hennepplanten aangetroffen. In het derde pand zijn op 2 oktober 2018, 1700 hennepplanten aangetroffen.
verklaring van de verdachte
De verdachte heeft bij de politie alsook ter terechtzitting verklaard dat een klant van zijn [restaurant] in Delft wist van zijn financiële problemen en aan hem heeft voorgesteld om geld te verdienen door middel van hennepkwekerijen. Deze man werd zijn contactpersoon en gaf aan hem opdracht om panden in Wassenaar te huren, zodat in deze panden hennep kon worden geteeld. De verdachte heeft aangegeven dat hij alleen als huurder van de hiervoor genoemde henneppanden betrokken is geweest bij de hiervoor genoemde hennepkwekerijen en dat hij niet betrokken is geweest bij de opbouw van de kwekerijen en de hennepteelt die in deze panden heeft plaatsgevonden. Hij heeft geen enkele mededeling willen doen over zijn opdrachtgever. Wel heeft de verdachte verklaard dat hij na de ontmanteling van de kwekerijen nooit meer iets heeft gehoord van zijn opdrachtgever. De verdachte heeft voorts verklaard dat hij vanaf begin 2014 tot en met begin 2018, toen hij introk bij zijn toenmalige partner in Amsterdam, heeft gewoond in het pand aan [adres] en dat hij daarvoor € 6.000,00 per maand aan huur en € 800,00 per maand aan energiekosten betaalde. Pas na 2018 is in het pand aan [adres] een hennepkwekerij opgebouwd, aldus de verdachte.
Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank het volgende af.
De verdachte heeft de huurcontracten van de henneppanden afgesloten. Hij heeft zorggedragen voor de borg, de waterrekening en de elektriciteitsrekening van deze panden. Hij beschikte over een sleutel van al deze panden en de afstandsbediening van het toegangshek van die panden. De verdachte heeft ook verklaard dat hij zelf in alle hennepkwekerijen aanwezig is geweest en toegang tot de panden wilde hebben om controle te kunnen houden.
DNA van de verdachte is aangetroffen op een stofjas die voor de ingang van een van deze hennepkwekerijen lag en op een handschoen die is aangetroffen in een ander henneppand. Ook zijn vingerafdrukken en een handpalmafdruk van de verdachte aangetroffen op een hennepkweekschema dat is gevonden in een van de henneppanden.
Het mobiele nummer van de verdachte straalde in de onderzoeksperiode, te weten van 1 juni 2018 tot en met 30 september 2018, nagenoeg dagelijks in de ochtend- en middaguren zendmasten in Wassenaar aan die dekking geven aan de panden waarin de hennepkwekerijen waren gevestigd. De verdachte is vaak gezien door een of meerdere buurtbewoners van de individuele henneppanden. [getuige] zag de verdachte 2 tot 4 keer per week bij de woning gelegen aan [adres] . Een bewoonster van de [adres] heeft in januari en februari 2018 met de verdachte gesproken en gezien dat hij in die maanden bijna elke ochtend naar het pand gelegen aan [adres] kwam.
In de auto waarin de verdachte vlak voor zijn aanhouding zat, is een hennepgeur waargenomen door de politie. Ook zijn in de auto goederen aangetroffen die kunnen worden gerelateerd aan hennepteelt, te weten een jerrycan met groeimiddel voor planten en een agenda met aantekeningen die betrekking hebben op hennepteelt. In de agenda en op losse vellen papier in de agenda zijn onder meer de aan hennepteelt gerelateerde termen “stokken, voeding meenemen, filter, potten vullen, pomp en gif spuiten” gebruikt en werd met de afkortingen ‘Sch’, ‘Post’ en ‘KL’ verwezen naar de straatnamen van de individuele henneppanden.
Gelet op het voornoemde, in combinatie met hetgeen de politie over de inhoud van de agenda heeft geverbaliseerd, concludeert de rechtbank dat in deze agenda aantekeningen zijn gemaakt die betrekking hebben op alle drie de hennepkwekerijen en het onderhoud daarvan. Een soortgelijke jerrycan zoals hiervoor genoemd, is eveneens aangetroffen in de kwekerij die zich in het pand gelegen aan [adres] bevond.
betrokkenheid van de verdachte bij de hennepkwekerijen
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte actief betrokken is geweest bij de hennepteelt welke heeft plaatsgevonden in de henneppanden. Zij baseert dit oordeel op (1) de frequente aanwezigheid van de verdachte in de henneppanden, (2) de agenda die in zijn auto is aangetroffen met aantekeningen die klaarblijkelijk betrekking hadden op het onderhoud van de drie hennepkwekerijen, (3) de jerrycan met groeimiddel die in zijn auto is aangetroffen en (4) de omstandigheid dat door buurtbewoners van de individuele henneppanden niet is opgemerkt dat er een andere persoon of andere personen met grote regelmaat naar de henneppanden toe gingen.
Gelet op het feit dat de verdachte de enige persoon is die met grote regelmaat in de buurt van de henneppanden is gesignaleerd, in combinatie met het feit dat een hennepkwekerij met enige regelmaat moet worden onderhouden, concludeert de rechtbank dat de verdachte actief betrokken is geweest bij de teelt van hennep in de drie henneppanden.
De rechtbank acht verder wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de feiten heeft medegepleegd met een of meer anderen.
Als medepleger van deze feiten kan in ieder geval de onbekend gebleven man worden aangemerkt, door de verdachte aangeduid als de opdrachtgever die de verdachte heeft benaderd en aan hem heeft gevraagd om panden te gaan huren waarin een hennepkwekerij kon worden opgebouwd.
Gelet op de omvang van de hennepkwekerijen en de periode waarin hierin hennep is gekweekt acht de rechtbank het voorstelbaar dat er, naast deze onbekend gebleven man, nog een of meerdere anderen bij deze kwekerijen betrokken zijn geweest. Bij het henneppand gelegen aan [adres] heeft een buurtbewoner bijvoorbeeld ook wel eens andere mensen gezien die daar dan alleen of samen met de verdachte waren.
oordeel van de rechtbank omtrent de verklaring van de verdachte
Voornoemde verklaring van de verdachte dat hij slechts als katvanger moet worden beschouwd acht de rechtbank niet geloofwaardig, gelet op de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden die uit de bewijsmiddelen volgen. Bij dit oordeel acht de rechtbank met name de hennepgerelateerde goederen die in zijn auto zijn aangetroffen van belang en de omstandigheid dat de verdachte – blijkens de historische gegevens van zijn mobiele telefoons en telefoonnummer en de verklaring van een of meerdere buurtbewoners van de individuele hennepplanten – vaak aanwezig was in de henneppanden. Daarnaast acht de rechtbank het ongeloofwaardig dat de verdachte alleen de panden huurde en daarvoor – zoals gesteld door de verdachte – een bedrag gelijk aan de huur als vergoeding kreeg. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij van die vergoeding leefde en er zijn leefstijl mee onderhield. Een Bentley leasede hij naar eigen zeggen dan ook om de schijn in Wassenaar op te kunnen houden. Dit staat evenwel haaks op de verklaring dat hij aan de hennepkwekerijen is begonnen om zijn schulden af te kunnen lossen. Alsook de omstandigheid dat in de onderzochte periode een bedrag van ruim een miljoen euro aan contante stortingen op zijn (zakelijke) rekeningen is gestort terwijl daarvoor een verifieerbare verklaring ontbreekt.
ten aanzien van feiten 1 en 2
De verdachte heeft gesteld dat de tenlastegelegde periode te ruim is en dient te worden beperkt.
Gelet op de penibele financiële situatie van de verdachte, de hoogte van de huurprijs van eerdergenoemde panden, de aantekeningen in de agenda waaruit is afgeleid dat de kweekcyclus door middel van CO² toevoeging met twee weken werd verkort en de omstandigheid dat de verdachte deze panden alleen heeft gehuurd met het doel dat hierin hennep kon worden geteeld, acht de rechtbank het ongeloofwaardig dat, zoals de verdachte zelf heeft verklaard, pas enige tijd na de ingangsdatum van het huurcontract van deze panden is gestart met hennepteelt in deze panden.
De verdachte is het in feit 5 genoemde henneppand, te weten het pand gelegen aan [adres] te Wassenaar, gaan huren vanaf 1 februari 2014. Op 2 oktober 2018 heeft de politie hierin een hennepkwekerij aangetroffen. Ondanks dat de verdachte heeft verklaard dat er pas in januari 2018 een hennepkwekerij is opgebouwd in deze woning en hij daar tot die tijd gewoon gewoond heeft, acht de rechtbank bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan hennepteelt in de periode vanaf de ingangsdatum van het huurcontract van dit pand (1 februari 2014) tot en met de dag dat er een hennepkwekerij in dit pand is aangetroffen (2 oktober 2018), gelet op het volgende.
De verdachte stond tot maart 2016 ingeschreven op zijn toenmalig woonadres aan [adres] te Wassenaar. Daarnaast verbleef hij het grootse deel van zijn tijd bij [ex vriendin] in Amsterdam na de beginfase van hun relatie. Zij hebben in maart 2015 een relatie met elkaar kregen en volgens [ex vriendin] verbleef hij na de beginfase van hun relatie 3 tot 4 dagen per week bij haar in Amsterdam, verbleef hij na hun huwelijk in 2018 nog vaker bij haar en was hij in de avond meestal bij haar.
De huur voor het in dit feit genoemde pand bedroeg €6.000,- per maand en de energiekosten bedroegen € 800,00 per maand.
Gelet op eerdergenoemde penibele financiële situatie van de verdachte, de hoogte van de huurprijs en energiekosten van eerdergenoemd pand en de omstandigheid dat hij volgens eigen zeggen al in 2014/2015 is benaderd voor het huren van specifieke panden, zoals eerdergenoemd pand, voor het opbouwen van een hennepkwekerij en hij elders kon verblijven, acht de rechtbank het ongeloofwaardig dat pas in januari 2018 is aangevangen met het opbouwen van een hennepkwekerij en hennepteelt in dit pand. Gelet op voornoemde omstandigheden concludeert de rechtbank dat kort na of op de ingangsdatum van het huurcontract van dit pand is gestart met het opbouwen van een hennepkwekerij en het vervolgens telen van hennep in dit pand.
hennepteelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf
De rechtbank acht ten slotte bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan bedrijfsmatige hennepteelt in de hiervoor genoemde henneppanden, gelet op de duur van de pleegperiodes, de hoeveelheid hennepplanten die hierin zijn aangetroffen en de wijze waarop de hennepplanten werden gekweekt. Hierbij werd namelijk gebruik gemaakt van het
CO2 climate system, waardoor sprake is van een kortere kweekperiode en een hogere opbrengst per hennepplanten.
3.5.2.Ten aanzien van feiten 3 (medeplegen van diefstal van elektriciteit) en
6 (medeplegen van het toebrengen van schade aan de henneppanden)
Namens [benadeelde 1] is aangifte gedaan van diefstal van elektriciteit in de drie panden in Wassenaar waarin een hennepkwekerij is aangetroffen. Namens of door de individuele eigenaren van deze panden is verder aangifte gedaan naar aanleiding van de schade die is toegebracht aan deze panden als gevolg van de hennepkwekerij die in deze panden is opgebouwd en is geëxploiteerd. In het dossier zijn foto’s gevoegd waarop te zien is in welke staat de panden verkeerden nadat er een hennepkwekerij is aangetroffen. Op deze foto’s zijn diverse beschadigingen van deze panden waarneembaar.
Anders dan de verdediging, is de rechtbank van oordeel dat de verdachte als medepleger actief betrokken is geweest bij de hennepteelt die plaats heeft gevonden in deze panden (zie paragraaf 3.5.1.). Hij wist voorts hoe hoog de elektriciteitsrekeningen van deze panden waren bij aanvang van de huurperioden. Gelet hierop in combinatie met de omstandigheden dat het een feit van algemene bekendheid is dat een hennepkwekerij veel elektriciteit verbruikt en in alle drie de henneppanden illegaal elektriciteit werd afgenomen ten bate van de hierin gevestigde hennepkwekerij, moet de verdachte hebben geweten dat de elektriciteit die ten bate van de kwekerijen werd gebruikt illegaal werd afgenomen. Gelet op de actieve betrokkenheid die in ieder geval een onbekend gebleven man heeft gehad bij de hennepteelt in eerdergenoemde panden, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich in ieder geval tezamen en in vereniging met deze man schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van elektriciteit in de drie henneppanden (feit 3).
Ten aanzien van feit 6 overweegt de rechtbank het volgende. Op basis van de aangiftes en de foto’s die van de henneppanden zijn gemaakt nadat er een hennepkwekerij in is aangetroffen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het beschadigen van de drie henneppanden die in feit 6 zijn genoemd.
Concluderend acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich:
- in de periode 15 september 2015 (ingangsdatum huurcontract) tot en met 30 september 2018 (de datum waarop de hennepkwekerij is aangetroffen) schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van hennepteelt in de woning gelegen aan [adres] (feit 1);
- op 30 september 2018 schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van 1062 hennepplanten in voornoemd pand (feit 1);
- zich omstreeks de periode van 1 december 2017 (ingangsdatum huurcontract) tot en met 30 september 2018 schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van hennepteelt in de woning gelegen aan [adres] (feit 2);
- op 30 september 2018 schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van 1503 hennepplanten in voornoemd pand (feit 2).
- in de periode 1 februari 2014 (ingangsdatum huurcontract) tot en met 30 september 2018 (de datum waarop de verdachte is aangehouden) schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van hennepteelt in de woning gelegen aan [adres] (feit 5);
- op 2 oktober 2018 schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van 1700 hennepplanten in voornoemd pand (feit 5).
- schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van diefstal van elektriciteit in de drie voornoemde panden (feit 3) en van beschadiging van voornoemde panden (feit 6).
3.5.3.Ten aanzien van feit 4 (gewoontewitwassen)
3.5.3.1. Inhoud van de verdenking
Kort samengevat wordt de verdachte ervan verdacht dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van gewoontewitwassen van contante geldbedragen, girale geldbedragen, een Bentley, een Fiat, een horloge (Patek Philippe Geneve) en diverse andere sieraden.
3.5.3.2. Standpunt van de raadsman
De raadsman heeft betoogd dat er onvoldoende bewijs aanwezig is dat de tenlastegelegde voorwerpen van enig misdrijf afkomstig zijn. De contante geldbedragen die in de tenlastelegging zijn genoemd, betreffen legale opbrengsten van [restaurant] in Roosendaal. Het in de tenlastelegging genoemde horloge betreft een goedkope replica en uit het dossier blijkt niet dat het geld waarmee dit horloge is aangekocht, een illegale herkomst heeft. De overige sieraden die zijn genoemd in de tenlastelegging zijn van de ex-partner van de verdachte, te weten [ex vriendin] , en deze sieraden zijn door haar gekocht. De Bentley heeft de verdachte door middel van een legale leaseconstructie verkregen.
3.5.3.3. Overwegingen van de rechtbank
3.5.3.3.1. Contante geldbedragen en girale geldbedragen
Uit onderzoek is gebleken dat in de periode vanaf 1 januari 2013 tot en met 30 september 2018 in totaal € 1.679,979,31 aan contante gelden is gestort op zes verschillende bankrekeningen: € 43.103,91 op het rekeningnummer [nummer] ten name van [naam] ,
- € 908.493,65 op het rekeningnummer [nummer] ten name van [naam] ;
- € 164.195,- op het rekeningnummer [nummer] ten name van [naam] ;
- € 86.552,46 op het rekeningnummer [nummer] ten name van [naam] ;
- € 10.242,- op het rekeningnummer [nummer] ten name van [naam] en
- € 467.392,29 op het rekeningnummer [nummer] ten name van [naam]
De verdachte heeft verklaard dat het tenlastegelegde totale contante geldbedrag bestond uit opbrengsten van het [restaurant] in Roosendaal en dus niet afkomstig is geweest van de hennepteelt. De verdachte heeft voorts verklaard dat deze bedragen niet zijn terug te vinden in de boekhouding/administratie, noch in de bij de Belastingdienst bekende gegevens van het [restaurant] , eigenaar van het restaurant en ex-compagnon van de verdachte heeft tijdens diens getuigenverhoor bij de rechter-commissaris verklaard dat de verdachte gemiddeld € 4.000,- winst van het restaurant per maand uitgekeerd kreeg over de jaren 2011 t/m 2014, dat de verdachte tussen de € 40.000,- en € 50.000,- winst uitgekeerd kreeg per jaar, dat de winst afnam vanaf 2015 en dat hij, van het winstdeel dat hij de verdachte uitkeerde, ook nog eens een bedrag in mindering bracht omdat de verdachte geld van hem had geleend. Verder heeft [ex-compagnon] verklaard dat de verdachte het bedrijf in 2016 heeft verlaten en dat hij sinds 2016 financieel niets meer van doen heeft met de verdachte. Dat de verdachte, zoals hij zelf heeft verklaard, meer winst uitgekeerd heeft gekregen van het restaurant in Roosendaal dan zijn ex-compagnon en dat hij ook nog een winstuitkering onder de tafel ontving vanaf het moment dat zij zich formeel had teruggetrokken uit dit restaurant, is in tegenspraak met voornoemde verklaring van de ex-compagnon de verdachte. Daarnaast heeft de verdachte deze beweringen niet weten te staven met enig bewijsmiddel.
De verdachte heeft aldus geen aannemelijke verklaring kunnen geven voor de herkomst van deze omvangrijke stortingen. In combinatie met de feiten dat hij heeft bekend dat hij geld heeft verdiend aan hennepteelt, hij al in het begin van 2014 is begonnen met hennepteelt (zie bewezenverklaring van feit 5) en dat de contante stortingen ook plaatsvonden met coupures van 100 euro, 200 euro en 500 euro terwijl betaling in restaurants met dergelijke coupures niet erg gangbaar is en de stortingen ook niet kunnen worden verklaard uit de zakelijk legale activiteiten van verdachte, concludeert de rechtbank dat dit contante geldbedrag, in ieder geval grotendeels, van enig misdrijf afkomstig moet zijn geweest en dat hij dit wist omdat hij immers zelf geld verdiende met criminele activiteiten.
Nadat voornoemde contante geldbedragen waren gestort op eerdergenoemde rekeningen, zijn er girale betalingen verricht met deze rekeningen. Hierdoor is de werkelijke aard en de herkomst van de contante geldbedragen die in deze periode op deze rekeningen zijn gestort, verborgen en verhuld en zijn deze contante geldbedragen overgedragen en omgezet. Daarbij betrekt de rechtbank ook dat de rekeningnummers voornamelijk zakelijke rekeningen betreffen waarvan de bedrijven wel de naam van verdachte bevatten, maar waarvan hij zelf niet meer bestuurder was. Hij beschikte wel nog over de gegevens van de rekeningen. Concluderend acht de rechtbank bewezen dat in de periode van 1 januari 2013 tot en met 30 september 2018 contante geldbedragen en girale betalingen zijn witgewassen en dat de verdachte daarvoor de voornamelijk zakelijke bankrekeningen heeft gebruikt.
de rol van [medeverdachte] bij het tenlastegelegde witwasfeit
Nadat [naam] , te weten de voormalige holding van de verdachte, failliet was verklaard, is [medeverdachte] op 1 juli 2016 bestuurder en eigenaar geworden van deze holding. Vanaf dat moment heeft [medeverdachte] zeggenschap en beschikkingsmacht gekregen over de bedrijven en de financiën daarvan terwijl met behulp van de zakelijke rekeningen grote geldsommen zijn witgewassen. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte vanaf die datum het witwassen tezamen en in vereniging heeft gepleegd met een ander, te weten [medeverdachte] .
De tenlastegelegde Fiat 500 is het voertuig dat veelvuldig is gezien bij de hennepkwekerijen zodat aangenomen mag worden dat dit voertuig een rol heeft gespeeld bij de hennepteelt. Uit het dossier is niet onomstotelijk komen vast te staan dat het voertuig is bekostigd met uit de hennepteelt verkregen opbrengsten. Niettemin acht de rechtbank bewezen dat het voertuig is witgewassen en wel op grond van het volgende.
Deze Fiat 500 heeft onder meer op naam gestaan van de verdachte en [naam] Op enig moment heeft de verdachte aan [medeverdachte] gevraagd om dit voertuig op zijn naam te zetten. [medeverdachte] heeft ingestemd met dit voorstel en het voertuig is vervolgens op 9 februari 2018 op zijn naam gezet. Vervolgens werd [naam] op 31 juli 2018 failliet verklaard. [medeverdachte] wist dat [naam] te kampen had met hoge schulden en op korte termijn failliet zou worden verklaard. Door deze constructie toe te passen werd de Fiat 500 onttrokken aan de boedel van de holding, kon de verdachte gebruik blijven maken van dit voertuig en bleef hij dit voortuig voorhanden houden. De verdachte en [medeverdachte] verhulden dus wie daadwerkelijke rechthebbende was op dit voertuig.
Concluderend acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van witwassen van de Fiat 500.
De verdachte is aangehouden in de Bentley. Ook ten aanzien van dit voertuig acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat dit voorwerp is witwassen. De leaseovereenkomst van dit voertuig is op 28 augustus 2018 afgesloten tussen [ex vriendin] (hierna: [ex vriendin] ) en/of [naam] en [naam] heeft de leaseovereenkomst ondertekend, evenals [ex-compagnon] , als bestuurder van [naam] Op verzoek van de verdachte heeft [medeverdachte] deze B.V. opgericht en is hij bestuurder van deze B.V. geworden nadat de directeur van voornoemde leasemaatschappij had gezegd dat er een nieuwe B.V. moest komen voor de leaseauto’s nadat hij erachter was gekomen dat
[naam] failliet was verklaard. De verdachte had volgens [medeverdachte] feitelijk de touwtjes in handen bij deze B.V.
De leasebedragen werden vanaf de rekening van [ex vriendin] betaald aan [naam] heeft verklaard dat zij het geld voor deze betalingen contant van de verdachte heeft ontvangen en dat hij had aangegeven dat dit de opbrengst van zijn [restaurant] in Roosendaal betrof.
Bij de afsluiting van deze leaseovereenkomst, is de Porsche met het kenteken [nummer] ingebracht. Deze auto stond op dat moment op naam van [naam] ., terwijl de verdachte de feitelijke gebruiker van dit voertuig was. Ten tijde van het afsluiten van deze leaseovereenkomst verkeerde [naam] in staat van faillissement.
Uit de verklaring die de verdachte en [medeverdachte] bij de rechter-commissaris hebben afgelegd, blijkt dat de verdachte de feitelijke rechthebbende en gebruiker van de Bentley was.
Gelet op voornoemde feiten en omstandigheden, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van witwassen van de Bentley.
3.5.3.3.4 Gewoontewitwassen
Reeds gelet op het grote totale contante geldbedrag dat de verdachte, deels alleen en deels tezamen met [medeverdachte] , heeft witgewassen, de hoeveelheid contante stortingen die hiermee gepaard zijn gegaan en de vele girale geldbetalingen die zijn verricht met rekeningen waarop deze geldbedragen waren gestort, concludeert de rechtbank dat sprake is geweest van gewoontewitwassen.
3.5.3.3.5. Horloge van het merk Philippe Patek en de overige sieraden
De rechtbank zal de verdachte vrijspreken van het medeplegen van witwassen van het in de tenlastelegging genoemde horloge omdat, nog daargelaten of het horloge een nephorloge betreft, op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat dit horloge is betaald met geld dat afkomstig is uit enig misdrijf
De rechtbank zal de verdachte tevens vrijspreken van het medeplegen van witwassen van “overige sieraden” omdat de rechtbank op basis van het dossier niet kan vaststellen van wie het geld afkomstig is waarmee deze sieraden zijn gekocht en reeds om die reden niet kan worden vastgesteld of deze sieraden een illegale herkomst hebben.