In deze zaak heeft de kinderrechter op 15 september 2022 een beschikking gegeven over de benoeming van een bijzondere curator voor de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedag] 2007 in de Verenigde Staten. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden, heeft verzocht om de benoeming van een bijzondere curator op basis van artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek, omdat er een belangenconflict bestaat tussen de moeder en de minderjarige. De moeder werkt niet mee aan de plannen van de gecertificeerde instelling en weigert toestemming te geven voor het openen van een bankrekening voor [minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het noodzakelijk is om een bijzondere curator te benoemen die de minderjarige kan vertegenwoordigen en haar kan helpen bij het openen van een bankrekening en het regelen van internetbankieren.
De kinderrechter heeft ook overwogen dat de bijzondere curator een bredere opdracht moet krijgen, zodat zij ook andere noodzakelijke (rechts)handelingen kan verrichten in het belang van de minderjarige, zoals het regelen van medische zorg en ondersteuning in het kader van de transitie van [minderjarige]. De kinderrechter heeft de gecertificeerde instelling aangeraden om het besluit om geen gezagsbeëindiging aan te vragen nogmaals te overwegen, gezien de situatie waarin de minderjarige zich bevindt. De benoeming van mr. D.G.M. van den Hoogen als bijzondere curator is goedgekeurd, met de opdracht om binnen zes weken verslag uit te brengen aan de kinderrechter en andere betrokkenen. De zaak is pro forma aangehouden tot 15 november 2022, in afwachting van het verslag van de bijzondere curator.