ECLI:NL:RBDHA:2022:9589
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
WIA-uitkering en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 augustus 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de WIA-uitkering van eiseres, die per 12 mei 2020 geen recht meer had op deze uitkering volgens de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid). Eiseres, die eerder als pedagogisch medewerker werkte, had zich op 15 mei 2018 ziek gemeld vanwege psychische klachten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige zorgvuldig hebben geoordeeld over de arbeidsongeschiktheid van eiseres, en dat alle medische informatie in de beoordeling is meegenomen. Eiseres voerde aan dat zij kampt met ernstige klachten die haar volledig arbeidsongeschikt maken, maar de rechtbank oordeelde dat er geen basis was om de conclusies van de verzekeringsarts te betwisten. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard.
Daarnaast heeft eiseres schadevergoeding gevraagd wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat de redelijke termijn van twee jaar is overschreden met een half jaar, en heeft de Staat der Nederlanden veroordeeld tot betaling van € 500,- als schadevergoeding. Ook zijn de proceskosten van eiseres vastgesteld op € 379,50. De rechtbank heeft de Staat der Nederlanden in beide kosten veroordeeld, maar het beroep zelf is ongegrond verklaard.