ECLI:NL:RBDHA:2022:9638
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voorlopige ondertoezichtstelling en afwijzing machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen in het kader van jeugdbescherming
In deze zaak heeft de kinderrechter op 9 september 2022 uitspraak gedaan over de voorlopige ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De kinderrechter heeft de voorlopige ondertoezichtstelling van [minderjarige 2] toegewezen, terwijl het verzoek tot uithuisplaatsing van beide minderjarigen is afgewezen. De kinderrechter oordeelt dat er onvoldoende gronden zijn voor een uithuisplaatsing, ondanks zorgen over de opvoedvaardigheden van de moeder en incidenten waarbij de vader van [minderjarige 1] betrokken was. De moeder heeft zich niet altijd aan veiligheidsafspraken gehouden, maar de kinderrechter is van mening dat zij de kans moet krijgen om samen met hulpverleners nieuwe afspraken te maken. De kinderrechter benadrukt het belang van samenwerking met de hulpverlening en het waarborgen van de veiligheid van de kinderen. De zaak is behandeld met gesloten deuren, en de beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 22 september 2022.