ECLI:NL:RBDHA:2022:9691

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 juni 2022
Publicatiedatum
26 september 2022
Zaaknummer
NL21.18650
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Grensweigering en rechtsgeldigheid van toegangsweigering in vreemdelingenzaken

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 16 juni 2022, wordt het beroep van een Nigeriaanse eiseres behandeld tegen een grensweigering die door de Koninklijke Marechaussee (KMar) is opgelegd. De KMar heeft op 23 september 2021 besloten dat eiseres geen toegang krijgt tot het Schengengebied, omdat zij niet voldoet aan de voorwaarden voor toegang en verblijf, en haar visum is ingetrokken. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft dit besluit op 16 november 2021 gehandhaafd. De rechtbank heeft het beroep op 21 april 2022 behandeld, waarbij de gemachtigden van zowel eiseres als verweerder aanwezig waren.

De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is. Eiseres betoogt dat verweerder ten onrechte op het administratief beroep heeft beslist zonder eerst het bezwaar tegen de intrekking van het visum te behandelen. De rechtbank stelt vast dat er geen rechtsregel is die vereist dat eerst in de visumzaak moet worden beslist voordat op het administratief beroep wordt beslist. Eiseres verzoekt om aanhouding van de procedure, maar dit verzoek wordt afgewezen.

Daarnaast voert eiseres aan dat de toegangsweigering niet rechtsgeldig is, omdat deze niet in het register is geplaatst en er geen inreisstempel met zwart kruis in haar paspoort is gezet. De rechtbank oordeelt echter dat het gebruikte formulier inhoudelijk niet afwijkt van het standaardformulier en dat registratie geen vereiste is voor de geldigheid van de toegangsweigering. De rechtbank concludeert dat de toegangsweigering rechtsgeldig is en dat de beroepsgrond van eiseres niet slaagt. Ook de stelling dat de hoorplicht is geschonden, wordt verworpen, omdat eiseres in de gelegenheid is gesteld haar standpunt naar voren te brengen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Amsterdam
Bestuursrecht
Zaaknummer: NL21.18650
V-nummer: [nummer]

uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen

[eiseres] ,

geboren op [geboortedatum] , van Nigeriaanse nationaliteit, eiseres
(gemachtigde: mr. J.E. Groenenberg)
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. A. de Graaf).

Inleiding

1.1
In deze uitspraak gaat het over het beroep van eiseres tegen het opleggen van een grensweigering.
1.2
De Koninklijke Marechaussee (KMar) heeft op 23 september 2021 besloten dat eiseres geen toegang krijgt tot het Schengengebied. In het bestreden besluit van 16 november 2021 heeft verweerder het besluit van de KMar gehandhaafd, omdat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor toegang en (kort) verblijf en zij niet in het bezit is van een geldig visum. Haar visum is namelijk door de KMar ingetrokken.
1.3
De rechtbank heeft het beroep op 21 april 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigden van eiseres en van verweerder. De rechtbank heeft het onderzoek op de zitting gesloten.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt in deze zaak het beroep van eiseres. De rechtbank doet dat aan de hand van de argumenten die eiseres heeft aangevoerd, de zogenaamde beroepsgronden.
3. De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Heeft verweerder ten onrechte op het onderhavige bezwaar beslist, zonder eerst op het bezwaar inzake het visum te beslissen?
4. Eiseres voert aan dat verweerder ten onrechte op het administratief beroep heeft beslist, zonder eerst op het bezwaar tegen de intrekking van het visum te beslissen. Als dit bezwaar gegrond wordt verklaard, komt hiermee de grondslag voor de weigering te vervallen. Op de zitting heeft eiseres verzocht deze procedure aan te houden totdat op het bezwaar is beslist.
4.1
De rechtbank stelt vast dat verweerder op grond van geen enkele rechtsregel is gehouden om eerst in de visumzaak te beslissen voordat wordt beslist op het administratief beroep. De beroepsgrond slaagt dan ook niet en de rechtbank wijst het verzoek om aanhouding van deze procedure af.
Is de toegangsweigering rechtsgeldig?
5. Eiseres voert aan dat de toegangsweigering niet rechtsgeldig is omdat deze niet in het register is geplaatst en in haar paspoort geen inreisstempel met zwart kruis is gezet. Dit is wel vereist volgens bijlage V van de Schengengrenscode (SGC). Ook is door verweerder een onjuist formulier gebruikt voor de toegangsweigering, deze wijkt namelijk in opmaak af van het standaardformulier. [1] Het bestreden besluit is dus in strijd met de SGC tot stand gekomen.
5.1
De rechtbank stelt allereerst vast dat het gebruikte formulier inhoudelijk niet afwijkt van het genoemde standaardformulier en dat de aangekruiste weigeringsgronden in het gebruikte formulier exact hetzelfde zijn als in het standaardformulier. In de enkele omstandigheid dat de opmaak wellicht op één of meerdere punten verschilt van het standaardformulier, ziet de rechtbank geen aanleiding om de toegangsweigering onrechtmatig te achten. Het gaat immers om de inhoud.
5.2
Verder heeft de Afdeling [2] overwogen dat, hoewel de weigering van toegang moet worden opgenomen in een register of lijst, deze registratie geen vereiste is voor de geldigheid van de toegangsweigering. De toegangsweigering is namelijk onmiddellijk van toepassing zonder dat het vereiste van registratie is gesteld. [3] Ditzelfde geldt naar het oordeel van de rechtbank voor de voorschriften die zijn genoemd in Bijlage V. De vraag of verweerder een inreisstempel heeft geplaatst in het paspoort van eiseres en het inreisstempel vervolgens heeft doorgehaald, is daarom niet relevant voor de rechtsgeldigheid van de toegangsweigering.
5.3
Het is de rechtbank dus niet gebleken dat de toegangsweigering niet rechtsgeldig is. De beroepsgrond slaagt niet.
Heeft verweerder de hoorplicht geschonden?
6. Eiseres vindt dat verweerder haar ten onrechte niet heeft gehoord.
6.1
Dat verweerder de hoorplicht heeft geschonden, volgt de rechtbank niet. Uit het proces-verbaal van bevindingen van 23 september 2021 blijkt dat eiseres in de gelegenheid is gesteld de voor haar betreffende omstandigheden voor de toegangsweigering naar voren te brengen. Wat eiseres vervolgens in haar administratief beroepschrift heeft aangevoerd kan niet afdoen aan het standpunt van verweerder. Verweerder heeft zich daarom terecht op het standpunt gesteld dat sprake was van een kennelijk ongegrond administratief beroep [4] en dat hij daarom van horen kon afzien.
Conclusie
7. Het beroep is ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. Y. Moussaoui, rechter, in aanwezigheid van mr. J.A.E. Delhaes, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Bijlage V, deel B, van de Schengengrenscode.
2.Uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 16 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:810.
3.Artikel 14, tweede lid, derde volzin, van de SGC.
4.Artikel 7:17, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht.