Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Beschikking van de kinderrechter
Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden,
[minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2010 te [geboorteplaats] ,
[de man]
[de vrouw]
Het procesverloop
- de beschikking van 12 juli 2022;
- het advies van de Raad voor de Kinderbescherming als bedoeld in artikel 1:265j, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek van 21 juli 2022;
- het verweerschrift van de zijde van de vader, tevens zelfstandig verzoeken van 28 juni 2022;
- de wijziging van het petitum en overlegging van productie 1 van de zijde van de vader van 13 juli 2022.
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de pleegmoeder,
- [vertegenwoordiger van de GI] namens de gecertificeerde instelling;
- de begeleider van de vader: [begeleider] , als toehoorder.
Verzoek gecertificeerde instelling en verweer
Het gaat niet goed met de gezondheid van de vader, en zijn gezondheidstoestand zal de komende jaren nog verder verslechteren. Er wordt gewerkt aan een traumaverwerkingsverhaal voor [minderjarige] . De inschatting is dat dit traject ongeveer zes maanden zal duren. [minderjarige] wordt nog steeds ernstig in zijn ontwikkeling bedreigd en door zijn belaste verleden heeft [minderjarige] bovengemiddeld sensitieve opvoeders nodig. De ouders van [minderjarige] zijn niet in staat om de benodigde stabiele opvoedomgeving te bieden. Het is daarom in het belang van [minderjarige] dat de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing worden verlengd.
Zelfstandige verzoeken vader
Pleegmoeder
Beoordeling
heeft een zeer belast verleden en kampt met traumaproblematiek. Er wordt gewerkt aan een traumaverwerkingsverhaal, maar de inschatting is dat dat traject nog een half jaar duurt. Ook wordt er nog onderzocht of en wanneer er hechtingsbevorderende speltherapie kan worden ingezet. De ouders zijn ieder voor zich door persoonlijke omstandigheden niet in staat om de zorgen over [minderjarige] zelfstandig weg te nemen. Daarnaast is de kinderrechter van oordeel dat de huidige stabiele situatie voor [minderjarige] voortgezet moet worden. Zowel bij de moeder als bij de vader is plaatsing gelet op hun respectieve persoonlijke omstandigheden definitief niet meer aan de orde. Los daarvan heeft [minderjarige] duidelijk profijt van de opvoedomgeving die hem in het pleeggezin wordt geboden. De kinderrechter zal de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing in een voorziening voor pleegzorg verlengen voor de verzochte duur van een jaar.
II: Bijzonder curator
III: Vaststellen zorgregeling
Beslissing
verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige] van 15 augustus 2022 tot 15 juli 2023 met behoud van de Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden als gecertificeerde instelling die belast is met de uitvoering van de ondertoezichtstelling;