ECLI:NL:RBDHA:2023:10046
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 27 juni 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, een Tunesische nationaliteit hebbende man, had op 7 mei 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 13 juni 2023, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. F.W. Verweij, en de verweerder werd vertegenwoordigd door mr. E. Sweerts.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de verzoeker, geboren in 1982, geen recht heeft op de gevraagde voorlopige voorziening, aangezien de rechtbank op dezelfde dag uitspraak heeft gedaan in de hoofdzaak, zaaknummer NL23.13766. Hierdoor is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.