ECLI:NL:RBDHA:2023:10081

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 juli 2023
Publicatiedatum
11 juli 2023
Zaaknummer
NL22.17733
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J. Boerlage - van den Bosch
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot uitzetting

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 juli 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van verzoekster, die in een vreemdelingenrechtelijke procedure betrokken is. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat haar geen uitstel van vertrek verleende op basis van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000. De staatssecretaris had op 6 april 2023 een beslissing op bezwaar genomen, maar deze beslissing werd op 8 juni 2023 ingetrokken. Verzoekster verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat zij vreesde voor uitzetting.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster niet in staat is het griffierecht te betalen en heeft haar vrijstelling daarvan verleend. De staatssecretaris heeft in een brief van 23 juni 2023 aangegeven zich niet te verzetten tegen de toewijzing van het verzoek van verzoekster. Dit leidde de voorzieningenrechter tot de conclusie dat verzoekster niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing op het bezwaar is genomen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en de staatssecretaris bevolen om zich te onthouden van uitzettingsmaatregelen.

Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot betaling van de proceskosten van verzoekster, vastgesteld op € 837,00. Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Boerlage - van den Bosch, in aanwezigheid van griffier N. Walstra, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.17733

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster], verzoekster

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. R. Roelofsen),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris

(gemachtigde: mr. P. Ozturk).

Procesverloop

In het besluit van 6 september 2022 heeft de staatssecretaris besloten dat verzoekster niet in aanmerking komt voor uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
Verzoekster heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Op 6 april 2023 heeft de staatssecretaris een beslissing op bezwaar genomen. De staatssecretaris heeft deze beslissing vervolgens op 8 juni 2023 ingetrokken.
Met toestemming van partijen is een mondelinge behandeling van het verzoek achterwege gelaten.

Griffierecht

1. Verzoekster heeft gesteld dat zij niet genoeg geld heeft om het griffierecht te betalen en daarom heeft zij gevraagd om een vrijstelling daarvan. De voorzieningenrechter bepaalt dat verzoekster aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet voldoende inkomen of vermogen heeft om het griffierecht te betalen. Daarom hoeft verzoekster geen griffierecht te betalen voor het verzoek om voorlopige voorziening.

Overwegingen

2. Bij brief van 23 juni 2023 heeft de staatssecretaris bericht dat hij zich niet verzet tegen toewijzing van hetgeen verzoekster heeft verzocht. Dat betekent dat de staatssecretaris verzoekster niet zal uitzetten, totdat een beslissing op bezwaar is genomen.
3. Hierin ziet de voorzieningenrechter aanleiding het verzoek om een voorlopige voorziening toe te wijzen. De voorzieningenrechter verbiedt de staatssecretaris om verzoekster uit te zetten totdat op het bezwaar is beslist.
4. Omdat het verzoek wordt toegewezen, krijgt verzoekster een vergoeding voor de proceskosten die zij heeft gemaakt. De staatssecretaris moet die vergoeding betalen. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht vast op € 837,00 (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde van
€ 837,00 en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- gebiedt de staatssecretaris om zich te onthouden van iedere maatregel tot verwijdering of uitzetting buiten het grondgebied van Nederland van verzoekster tot op het bezwaar is beslist;
- veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 837,00.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Boerlage - van den Bosch, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van N. Walstra, griffier en openbaar gemaakt door geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
Dit uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.