ECLI:NL:RBDHA:2023:10115
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens niet-betaling griffierecht
Op 27 januari 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak AWB 22/5773, waarbij eiser, met V-nummer [V-nummer], beroep heeft ingesteld tegen een onbekend besluit. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig is. Eiser heeft het griffierecht van € 184,- niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Dit is in overeenstemming met artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat stelt dat iemand die in beroep gaat, griffierecht moet betalen.
De rechtbank heeft eiser op 30 september 2022 een nota van het griffierecht gestuurd en verzocht om binnen vier weken het griffierecht te betalen. Op 29 oktober 2022 is er een aangetekende brief verzonden met een herhaalde oproep om het griffierecht te voldoen. Aangezien de rechtbank het bedrag niet heeft ontvangen en eiser geen geldige reden heeft gegeven voor de niet-betaling, heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep niet inhoudelijk kan worden behandeld. De rechtbank heeft daarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, rechter, in aanwezigheid van I.J. Tiktak, griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.