ECLI:NL:RBDHA:2023:10247
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schorsing van een militair in het belang van de dienst na meldingen van integriteitsschending
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een militair, en de Commandant Dienstencentrum Internationale Ondersteuning Defensie. Eiser was geschorst in het belang van de dienst, naar aanleiding van meldingen van integriteitsschending door zowel eiser als een collega. De schorsing was aanvankelijk ingesteld op 6 juli 2022 en verlengd op 5 oktober 2022. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de Commandant om de schorsing en de verlenging daarvan ongegrond te verklaren. Tijdens de zitting op 12 juni 2023 werd het procesverloop besproken, waarbij eiser stelde dat de schorsing onterecht was en dat er geen concrete verdenking van plichtsverzuim tegen hem bestond. De rechtbank oordeelde dat de schorsing gerechtvaardigd was, gezien de ernst van de meldingen en de impact op de werksfeer binnen de eenheid. De rechtbank concludeerde dat er voldoende procesbelang was voor eiser, maar dat de schorsing en de verlenging daarvan rechtmatig waren. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.