ECLI:NL:RBDHA:2023:1029

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 februari 2023
Publicatiedatum
2 februari 2023
Zaaknummer
NL23.601
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In de zaak tussen de verzoeker, een man van Georgische nationaliteit geboren op 12 april 2001, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 februari 2023 uitspraak gedaan. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris op 2 januari 2023 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 18 januari 2023, waarbij de verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde, mr. W. Spijkstra, en de staatssecretaris vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting heeft de voorzieningenrechter de zaak behandeld en de verzoeker gehoord.

De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er inmiddels een uitspraak is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL23.600) die betrekking heeft op het beroep van de verzoeker. Aangezien er nu geen noodzaak meer is voor een voorlopige voorziening, heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.L. Boxum, in aanwezigheid van mr. P.C.J. Lindeijer, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.601

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker,

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. W. Spijkstra)
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 2 januari 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 18 januari 2023 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Verzoeker stelt van Georgische nationaliteit te zijn en te zijn geboren op 12 april 2001.
Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.600, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.L. Boxum, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. P.C.J. Lindeijer, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.