Op 4 januari 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen [minderjarige01] en [minderjarige02]. De zaak is naar de Rechtbank Den Haag verwezen door de rechtbank Rotterdam op 7 december 2022. De moeder van de kinderen, bijgestaan door haar advocaat mr. F. Pool, heeft verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing te beperken tot zes maanden, terwijl de gecertificeerde instelling, de William Schrikker Stichting, heeft verzocht om een verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing voor een jaar. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder, ondanks intensieve begeleiding, niet in staat is om de kinderen de benodigde zorg en opvoeding te bieden. De kinderen verblijven momenteel bij gezinshuisouders en hebben specifieke zorgbehoeften. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de gronden voor de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn en heeft de verzoeken van de gecertificeerde instelling toegewezen. De ondertoezichtstelling is verlengd tot 16 januari 2024, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing in een gezinsgerichte voorziening. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.