ECLI:NL:RBDHA:2023:10326
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht aan Kroatië
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 juli 2023, in de zaak met nummer NL23.16038, wordt het verzoek om voorlopige voorziening van de verzoeker beoordeeld. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De staatssecretaris stelde dat Kroatië verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen zitting nodig is en dat de staatssecretaris niet kan uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Kroatië, gezien eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om het overdrachtsbesluit te schorsen toe, in afwachting van de uitkomst van de hoofdprocedure. Tevens wordt de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, vastgesteld op € 837,00. De voorzieningenrechter treft de voorlopige voorziening dat het besluit van 31 mei 2023 wordt geschorst, en dat verzoeker niet mag worden overgedragen aan Kroatië totdat er een beslissing is genomen op het beroep. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open.