ECLI:NL:RBDHA:2023:10498
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Iraakse vrouw met bedreigingen door milities
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres, een Iraakse vrouw, tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, geboren in 1958, diende op 8 april 2022 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel, die op 15 mei 2023 werd afgewezen. De rechtbank behandelt het beroep op 4 juli 2023, waarbij ook de zus van eiseres betrokken is.
Eiseres stelt dat zij bedreigd wordt door Iraakse milities vanwege haar eerdere werkzaamheden voor het International Medical Corps (IMC). De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft geconcludeerd dat de bedreigingen ongeloofwaardig zijn. Eiseres heeft niet overtuigend aangetoond dat zij persoonlijk is bedreigd en haar verklaringen zijn niet voldoende onderbouwd. De rechtbank wijst erop dat de staatssecretaris alle relevante omstandigheden in overweging heeft genomen en de geloofwaardigheid van het asielrelaas van eiseres adequaat heeft beoordeeld.
Daarnaast oordeelt de rechtbank dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij bij terugkeer naar Irak een reëel risico loopt op ernstige schade, zoals bedoeld in artikel 3 van het EVRM. De staatssecretaris heeft terecht gesteld dat de situatie in Irak niet zodanig uitzonderlijk is dat eiseres automatisch recht heeft op bescherming. De rechtbank concludeert dat de aanvraag van eiseres terecht als ongegrond is afgewezen, en verklaart het beroep ongegrond. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.