ECLI:NL:RBDHA:2023:10499

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 juli 2023
Publicatiedatum
18 juli 2023
Zaaknummer
AWB 19/5250
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak niet-ontvankelijk verklaard

Op 18 juli 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening door een vreemdeling. De vreemdeling had op 5 juli 2019 een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening, zonder gemachtigde, tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, genomen op 4 juli 2019, hield in dat de aanvraag van de vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling werd genomen, omdat de Bondsrepubliek Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag.

Daarnaast had een advocaat op 9 juli 2019 een soortgelijk verzoek om een voorlopige voorziening ingediend, geregistreerd onder een ander zaaknummer. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er al eerder op een verzoek om een voorlopige voorziening was beslist, en dat het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond was verklaard. Gezien deze eerdere beslissingen heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het onderhavige verzoek niet-ontvankelijk is, omdat er al een uitspraak was gedaan op een vergelijkbaar verzoek.

De voorzieningenrechter heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 19/5250

uitspraak van de voorzieningenrechter van 18 juli 2023 in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker,geboren op [geboortedatum] ,

van […] nationaliteit,
V-nummer: [V-nummer] ,
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 4 juli 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Bondsrepubliek Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.
2. Het verzoek om een voorlopige voorziening is op 5 juli 2019 ingediend zonder gemachtigde. Daarnaast heeft een advocaat op 9 juli 2019 een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend tegen hetzelfde besluit van 4 juli 2019. Dit is geregistreerd onder zaaknummer NL19.15904.
3. De voorzieningenrechter stelt vast dat bij uitspraak van 4 november 2019, zaaknummer NL19.15903, het beroep dat was gericht tegen het bestreden besluit ongegrond is verklaard. Het bij dat beroep ingediende verzoek om een voorlopige voorziening, geregistreerd onder zaaknummer NL19.15904, is bij afzonderlijke uitspraak van dezelfde datum afgewezen. Nu reeds is beslist op het verzoek om een voorlopige voorziening dat namens eiser door een gemachtigde destijds is ingediend, zal de voorzieningenrechter het onderhavige verzoek niet-ontvankelijk verklaren.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
J.H. Folkers, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl, op 18 juli 2023.
w.g. griffier
w.g. voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.