In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep van een asielzoeker tegen een plaatsingsbesluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) en een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, van Somalische nationaliteit, was op 9 juni 2023 geplaatst in een Handhavings- en Toezichtlocatie (HTL) te Hoogeveen, na incidenten van agressie en geweld tijdens zijn verblijf in de opvang. De rechtbank heeft vastgesteld dat het COa onvoldoende navraag heeft gedaan naar de acute psychiatrische problematiek van eiser, wat in strijd is met het Maatregelenbeleid van het COa. Hierdoor is het plaatsingsbesluit niet zorgvuldig voorbereid en is het beroep tegen dit besluit gegrond verklaard.
Daarnaast is de vrijheidsbeperkende maatregel, die volledig steunt op het plaatsingsbesluit, ook gegrond verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser ten onrechte gedurende 40 dagen in zijn bewegingsvrijheid is beperkt en heeft de Staat der Nederlanden veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 1.000,00 aan eiser. Tevens zijn de staatssecretaris en het COa ieder voor de helft veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1.674,00. De rechtbank heeft de opheffing van de vrijheidsbeperkende maatregel met ingang van de uitspraak bevolen.