ECLI:NL:RBDHA:2023:10639
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanvullend terugkeerbesluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een aanvullend terugkeerbesluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, een man van Marokkaanse nationaliteit, had op 7 juni 2023 beroep ingesteld tegen het besluit van 6 juni 2023, waarin hem een aanvullend terugkeerbesluit werd opgelegd. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 14 juli 2023, waarbij eiser aanwezig was in het detentiecentrum in Rotterdam, bijgestaan door zijn gemachtigde, en een tolk was aanwezig. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank overwoog dat eiser eerder al een terugkeerbesluit had gekregen op 5 april 2019, maar dat in dat besluit geen land van terugkeer was vermeld. In het bestreden besluit werd echter aangegeven dat de terugkeerinspanningen zich zouden richten op Marokko of Algerije. Eiser voerde aan dat hij geen binding meer had met Marokko en dat het besluit zijn bewegingsvrijheid ernstig beperkte, wat negatieve gevolgen had voor zijn leven en toekomstperspectieven. Hij stelde ook dat hij de Algerijnse nationaliteit bezat.
De rechtbank oordeelde dat het aanvullend terugkeerbesluit terecht was opgelegd en voldoende gemotiveerd was. Eiser had eerder al een inreisverbod gekregen dat in rechte vaststond, en het nieuwe besluit veranderde feitelijk niets aan zijn situatie. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees erop dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en er werd melding gemaakt van de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na bekendmaking.