ECLI:NL:RBDHA:2023:10649
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Wajong-uitkering en verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een Wajong-uitkering. De aanvraag werd op 23 juli 2020 ingediend, maar op 1 oktober 2020 werd deze door de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen afgewezen. Eiseres, geboren in 1988, heeft aangegeven last te hebben van depressie, een angststoornis en eetproblematiek. Na bezwaar tegen de afwijzing, bleef de Raad van Bestuur bij zijn standpunt in het bestreden besluit van 17 februari 2022. De rechtbank heeft het beroep op 18 april 2023 behandeld, waarbij eiseres en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank overweegt dat eiseres op haar 18e verjaardag geen arbeidsmogelijkheden had, maar dat de vraag of het ontbreken van arbeidsvermogen duurzaam is, ter discussie staat. De rechtbank concludeert dat de Raad van Bestuur voldoende heeft gemotiveerd dat er geen sprake is van duurzaam ontbreken van mogelijkheden tot arbeidsparticipatie. Eiseres is nog onder behandeling en er is een mogelijkheid dat haar situatie in de toekomst verbetert. Daarom komt eiseres niet in aanmerking voor een Wajong-uitkering, en wordt het beroep ongegrond verklaard.
Daarnaast heeft eiseres verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank oordeelt dat de redelijke termijn is overschreden met ongeveer 10 maanden, wat leidt tot een schadevergoeding van € 1.000,-. De rechtbank bepaalt dat verweerder deze schadevergoeding aan eiseres moet betalen. De uitspraak is gedaan op 11 juli 2023.